Van Duits naar Europees minimumloon, en verder (De Morgen – 29/11/2013)

In de Duitse coalitiegesprekken is Merkel dus toch geplooid voor de eis van de sociaaldemocraten (SPD) om een minimumloon voor de gehele economie in te stellen. Dat was een voorwaarde voor de SPD om toe te treden tot de volgende Duitse regering. Als toegift laten de socialisten een andere vraag voor hogere belastingen voor de rijken vallen. De hoogte van het minimumloon is 8.5 euro per uur. Dat zou een significante impact hebben. Momenteel werkt één op acht werknemers in West-Duitsland voor een lager loon, in het Oostelijk deel van het land zelfs één op vier.

In vele andere lidstaten van de EU, niet in het minst in ons land, wordt instemmend gereageerd op het compromis over een minimumloon in de Duitse coalitiegesprekken. Duitsland is niet alleen een positieve uitschieter wat betreft economische prestaties sinds het uitbreken van de crisis. Het land is ook een geval apart omdat het één van de weinige lidstaten is (en het enige grote) waar geen algemeen minimumloon geldt. En dat heeft belangrijke gevolgen. Nergens in Europa werken zoveel mensen voor een loon dat onder de nationale armoedegrens valt (1 op 4). Ook nergens liggen de laagste lonen zover van die armoedegrens.

Dat heeft niet alleen negatieve gevolgen voor die slecht betaalde werknemers, maar ook voor de andere EU lidstaten. Sommige sectoren in landen waar wel een minimumloon bestaat kunnen de concurrentie met Duitsland niet aan. Denk aan de vleessector, waar werknemers soms aan drie euro per uur werkten. Tegen deze praktijken werd eerder dit jaar klacht ingediend door België. Ondertussen is voor deze sector in september al een minimumloon van 8.5 euro ingevoerd, maar voor andere sectoren is dat nog niet het geval. Niet alleen betekent het gebrek aan een Duits minimumloon voor sommige sectoren dat normaal concurreren onmogelijk is, het heeft ook een tweede negatief effect op de rest van Europa. Doordat een aanzienlijk deel van de Duitse bevolking zo weinig verdient, wordt er in Duitsland weinig geconsumeerd. De Duitse economie is dan wel sterk gegroeid sinds de hervormingen van midden jaren 2000, dat heeft zich niet vertaald in extra binnenlandse koopkracht en consumptie. Duitsland heeft haar groei gerealiseerd door export naar de rest van Europa. Op kap van de rest van Europa (en de eigen werknemers), zeggen sommigen. Dat is mede de oorzaak dat andere landen zich in de schulden hebben gewerkt en oncompetitief zijn geworden. En als een land als Duitsland te weinig importeert (momenteel importeert het zo’n 7% van het BBP minder dan het exporteert) maakt dat het zeer zwaar en pijnlijk voor landen als Griekenland, Spanje en Portugal om handelsoverschotten te boeken om er terug bovenop te komen en hun schulden terug te betalen.

Een minimumloon zou die twee negatieve gevolgen van het Duitse economische beleid voor de rest van Europa verlichten. Dat kan zonder dat Duitsland zelf daar veel nadeel van ondervindt in de vorm van verminderde export. Duitsland exporteert vooral hoogwaardige machines en luxegoederen, waarvoor (alsmaar meer opkomende) economieën best een beetje extra willen betalen. Dat is zeker de sterkte van het Duitse model.We menen dat we echter niet tevreden achterover moeten leunen na deze Duitse beslissing. Ten eerste zou de hele discussie ons moeten doen inzien dat zulke minimumnormen uiteindelijk op EU niveau moeten worden bepaald, om te vermijden dat economieën elkaar beconcurreren door arbeidsvoorwaarden af te bouwen. Naast het minimumloon kunnen we in de sociale- en arbeidspolitiek ook nog denken aan Europese normen voor werkloosheidsuitkeringen, en daarnaast aan afspraken over fiscale minimumnormen waar ook volop over gepraat wordt. Ten tweede, en Duitsland met haar duale arbeidsmarkt toont daarbij zowel het beste als het slechtste voorbeeld, moeten we wanneer we nadenken over die arbeidsvoorwaarden voorbij een focus op het loon, en voorbij een tegenstelling tussen de hoogte van het loon en de competitiviteit van bedrijven. Waardig werk houdt meer in dan een minimumloon, maar gaat ook over werktijd, inspraak, opleiding, enz. In de sterke Duitse sectoren wordt net daar veel aandacht aan besteed. Wij zien niet in waarom dat ook niet mogelijk is in andere branches, ook binnen de dienstensector. Als Duitsland zou tonen dat een groeimodel bestendiger is als het gebaseerd is op goedbetaalde, duurzame en waardige jobs in plaats van op krediet of handelsoverschotten, dan zou het echt de weg vooruit wijzen voor Europa.