Praat erover!
Sam Deltour is poolreiziger en co-assistent psychiatrie, Roxane van Heurck is neurologe aan de ULB. Ze zijn beiden lid van De Vrijdaggroep en schrijven deze bijdrage in eigen naam
De geestelijke gezondheid van de Belgen is alarmerend: twaalf procent van de bevolking (waaronder meer dan 4.000 kinderen) wordt behandeld voor stemmingsstoornissen, zoals een depressie. Bovendien worden in ons land gemiddeld vier zelfmoorden per dag geteld, waarmee we ons in de top van de wereldranglijst bevinden. Naast de pijnlijke familiale problemen die dit alles met zich mee brengt is er ook de maatschappelijke kost. De directe kosten van de behandeling maar ook de niet te verwaarlozen indirecte kosten: één op de drie ziekteverzuimdagen komt door problemen met de geestelijke gezondheid. Volgens een analyse van Lieven Annemans worden tot 15% van de middelen in de gezondheidszorg verkwist (DM 19/02/2014). Laat ons met gerichte besparingen wetenschappelijk gefundeerde psychotherapie organiseren en terugbetalen.
Voorlopig bestrijden we de pandemie van stemmingsstoornissen met de oude vertrouwde middelen, pillen. Tussen 2004 en 2012 is het gebruik van antidepressiva in België met 45% gestegen en alleen al in 2012 heeft het RIZIV maar liefst 140 miljoen euro aan deze geneesmiddelen uitgegeven. Antidepressiva zijn een hoeksteen van de behandeling bij zware depressies maar bij lichtere depressies en aanpassingsstoornissen is de situatie anders. Het is net deze groep van aandoeningen die het merendeel van de hoger genoemde 12% uitmaken.
Uitgebreid onderzoek heeft aangetoond dat we met aangepaste psychotherapie gelijkaardige tot betere resultaten behalen dan met farmacotherapie, maar dat deze ook nog eens duurzaam zijn en geen bijwerkingen hebben. Zo loopt men met psychotherapie geen risico op het Post-SSRI-Seksueel-Dysfunctie syndroom (DM 11/03/2014). Andere onderzoeken op basis van functionele hersenbeeldvorming laten bovendien zien dat na meerdere sessies psychotherapie de hersenstructuur positief verandert in een gebied waar zich de zogeheten hogere functies, zoals zelfbeschouwing, planning, begripsvorming en oordeelsvermogen bevinden. De werkzaamheid van gesprekstherapie is bewezen maar is heel wat groter wanneer deze behandeling wordt gegeven door iemand met doorgedreven psychotherapeutische vorming. Bovendien zien we geen verschil in effectiviteit tussen de verschillende therapiescholen in dit land.
Ondanks de uitgebreide wetenschappelijke steun voor psychotherapie biedt het Belgische zorgstelsel nog steeds onvoldoende toegang tot gesprekstherapie. De centra voor geestelijke gezondheid hebben ellenlange wachtlijsten en de particuliere psychotherapeuten zijn vaak onbetaalbaar. Verder vinden huisartsen vaak geen degelijke therapeuten om hun patiënten naar door te verwijzen ondanks de grote interesse in de opleiding psychologie. Het zwaartepunt van de huidige master psychologie bevindt zich in de statistiek. De maatschappelijke relevantie van de kennis van statistiek voor psychologen kan in vraag gesteld worden. Kunnen we de opleiding van onze klinisch psychologen heroriënteren om van hen professionele psychotherapeuten te maken?
De opleidingen psychotherapie zijn momenteel verdeeld over verschillende scholen, wat een officiële erkenning bemoeilijkt. Wij stellen voor om de opleiding te herzien volgens een systeem van 4 + 2 jaar: de eerste vier jaar zouden gericht zijn op de verwerving van de theoretische basiskennis, gevolgd door twee jaar stage als psychotherapeutisch assistent in een erkend centrum. De student zou zo in totaal zes jaar de tijd hebben om zich de basisvaardigheden van een psychotherapeut eigen te maken. Uiteraard is zo’n opleiding nooit af en hoort hier levenslange bijscholing bij. Deze kan men dan in één van de erkende scholen verder zetten.
Het feit dat psychotherapie niet door het RIZIV wordt terugbetaald, schrikt patiënten af. Wij stellen daarom voor om een soortgelijk terugbetalingssysteem als voor kinesitherapie in te voeren. Op die manier kan een patiënt met matige stemmingsstoornissen naar zijn huisarts gaan en in plaats van antidepressiva een voorschrift krijgen voor enkele sessies psychotherapie die gedeeltelijk worden terugbetaald. Deze reorganisatie van het systeem zou het mogelijk maken om de wachtlijsten te verkorten, het gebruik van antidepressiva te verminderen en de patiënt van een betere behandeling te verzekeren.
In dit systeem heeft de huisarts een centrale en coördinerende rol. Hij evalueert de geestelijke zieke en verwijst hem eventueel verder naar een psychiater, een psychotherapeut of beiden. Psychiaters worden bijgestaan door professioneel gevormde en wettelijk erkende psychotherapeuten. Psychofarmaca zijn geen onschuldige medicamenten en vragen een professionele begeleiding. De psychiater heeft de nodige kennis en ervaring ze op een efficiëntie wijze in te zetten. Laat ons de taboesfeer rond geestelijke gezondheidszorg doorbreken en de angst en vooroordelen rond psychotherapie los laten zodat ze een waardige plek kan vinden naast de oude, vertrouwde pillen.