Moet contant geld snel verdwijnen?
Wat hebben tuinders, kelners, buschauffeurs en daklozen gemeen? Zij behoren tot de weinige mensen die binnen onze economie nog volledig afhankelijk zijn van contant geld. Kunt u zich voorstellen hoe zij het zouden redden in een maatschappij zonder cash? En blijft dat fictie of wordt het realiteit? Op lange termijn lijkt een ‘samenleving zonder cash’ de doelstelling te zijn van verscheidene internationale spelers en van het hele bankwezen. Terecht overigens, want zij biedt meer voor- dan nadelen.
Cashless society?
Op het jongste Forum van Davos riepen besluitvormers op om werk te maken van een ‘cashless society’. Niet alleen zijn elektronische transacties erg eenvoudig, de voorstanders van een volledig digitaal betaalverkeer wezen er ook op dat de georganiseerde misdaad en terroristische organisaties in hoge mate afhankelijk zijn van contant geld. Bovendien zorgt cash ervoor dat de ondergrondse economie in stand wordt gehouden en sociale fraude kan gedijen. Een volledige digitalisering van alle geldstromen zou het veel makkelijker maken om op deze geldstromen te anticiperen en ze te controleren. Zo zou de overheid beter gewapend zijn om een economische crisis aan te pakken. Tot slot hangt aan contant geld ook een kostenplaatje vast en die kosten worden uiteindelijk aan de consument doorgerekend. De voorstanders van een volledige afschaffing van contant geld verwijzen naar China en India als voorbeeld. Ambitieuze initiatieven, die gezamenlijk door de overheid en de privésector worden gedragen, stimuleren er de dematerialisatie van transacties. Zo werd de verdwijning van contant geld er een realistisch vooruitzicht op middellange termijn.
Maar het idee van een cashloze maatschappij roept ook angst en tegenwerking op. Consumentenorganisaties en politieke partijen luiden de noodklok en benadrukken de vrijheid die cash biedt, de niet-traceerbaarheid en anonimiteit van contante betalingen, en de economische rechtvaardigheid van cash geld. In die optiek overwegen Duitsland en Oostenrijk, landen met een sterke cultuur van contante betalingen, om een ‘recht op cash’ in hun grondwet op te nemen.
Hoe zit dat in België? Volgens Febelfin gebeurt 63% van de betalingen in ons land nog steeds contant. Uit de cijfers blijkt echter ook dat bijna 90% van de Belgen digitaal betalen boven cash verkiest. Bovendien weerklinken enkele van de argumenten om cash geld af te schaffen vooral in België. Volgens cijfers van het IMF behoort België nog steeds tot de landen in West-Europa met de grootste informele economie (tussen 15 en 20% van het bbp). Zwartwerk is een nationale sport die op alle niveaus van de samenleving en in alle beroepssectoren wordt beoefend. De overstap naar een volledig digitaal betaalverkeer is weliswaar geen wondermiddel maar zou toch kunnen helpen om dit fenomeen aanzienlijk in te dijken. Niets in de recente politieke ontwikkelingen wijst er echter op dat er zelfs maar wordt nagedacht over hoe het in de toekomst met contant geld moet.
Geleidelijke overgang
De totstandkoming van een volledig digitaal betalingssysteem wekt terecht bezorgdheid. Geen van de aangehaalde bezwaren lijkt echter onoverkomelijk. De afschaffing van cash geld dreigt een aantal sociale categorieën (senioren, kansarmen, enz.) van het economisch verkeer uit te sluiten en zou voor zeer kleine ondernemers en ambachtslui een exorbitante kost betekenen. Intelligente ondersteuningsmaatregelen moeten deze bezorgdheid echter kunnen wegnemen. Daarnaast bestaat de vrees dat een exclusief digitaal betaalsysteem de overheid meer toezichtbevoegdheden zal verlenen en de privacy van de burgers op ontoelaatbare wijze zal aantasten. In dit verband wordt vaak naar het Chinese voorbeeld verwezen. Deze risico's zijn reëel en waakzaamheid is geboden, maar met zijn geavanceerde wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens en privacy beschikt Europa over stevige garanties die ons zouden moeten geruststellen.
Is cash gedoemd om te verdwijnen? Ik denk het wel. Toch zal het zeker nog enkele decennia duren voor we onze sterk verankerde culturele gewoonten overboord gooien. Onze westerse samenlevingen zouden er echter baat bij hebben dat dit sneller kan, aangezien de potentiële voordelen zo groot zijn. Het is daarom dringend noodzakelijk dat onze regeringen, in samenwerking met internationale organisaties en het bankwezen, de phasing out van cash voorbereiden. Het gaat echter om een erg ingrijpende ommekeer die aanzienlijke maatschappelijke risico's met zich meebrengt. De overstap vereist dan ook een intelligente planning, een tactvolle en flexibele uitvoering, en een goede omkadering met ondersteunings- en begeleidingsmaatregelen, zodat in de eerste plaats de burger hier beter van wordt.