2017 05 03 macron toont hoe we het populisme de pas kunnen afsnijden

Macron toont hoe we het populisme de pas kunnen afsnijden

Thomas Dermine is econoom en lid van de Vrijdaggroep. Eveneens verschenen op Knack.be op 12 mei 2017.

Mijn pessimistische vrienden en een aantal commentatoren zullen het niet graag horen maar het gaat echt wel beter met de wereld. Het ging zelfs nooit eerder zo goed! Als we bijvoorbeeld de jongste cijfers van de Wereldbank bekijken, dan stellen we vast dat het aantal extreem armen alleen al in de voorbije 30 jaar wereldwijd tot een kwart gedaald is, dat de kindersterfte met de helft teruggedrongen is en dat het aantal kinderen dat basisonderwijs geniet met bijna 50% gestegen is.

Deze vooruitgang is voornamelijk toe te schrijven aan de toegang tot de vrije markt die vele honderden miljoenen mensen in staat heeft gesteld om uit de armoede te raken, zowel in Azië als in bepaalde delen van Zuid-Amerika en recenter ook in Afrika. De toegang tot het wereldwijde handelssysteem deed in voormalige ‘ontwikkelingslanden’ een middenklasse ontstaan en daar kunnen we alleen maar blij om zijn. De globalisering is op weg om op enkele jaren tijd te realiseren wat decennia van westers liefdadigheidsbeleid niet voor mekaar kregen.

Terwijl dit liberale systeem een formidabele machine is om op wereldniveau welvaart te creëren, blijkt het heel wat minder goed te werken wanneer het erop aankomt om de vruchten van deze welvaart te verdelen. Dit is de realiteit waar we door Trump en Le Pen met de neus op worden gedrukt: de opstanding van hele continenten gaat deels ten koste van de westerse middenklasse in Europa en de Verenigde Staten. Die moet nu met andere partijen overal ter wereld de concurrentie om de productie van goederen en diensten aangaan. De nieuwe protectionistische eisen waarvan bepaalde populistische leiders de vaandeldragers zijn, zijn hier het logische en voorspelbare gevolg van.

Er is vandaag de dag een zekere arrogantie voelbaar onder economisten en bij de bevoorrechte westerse elites. Misprijzend kijken ze neer op elke uiting van deze protectionistische tendensen. Ze beschouwen ze als een nieuwe vorm van egoïsme vanwege de westerse naties die binnen de geglobaliseerde wereld terrein moeten prijsgeven. De Franse liberale filosoof Gaspard Koenig illustreert die arrogantie goed wanneer hij de Europese volksklassen verwijt dat zij “op wereldschaal doen wat ze van de rijken in hun eigen land niet pikken: een verworven kapitaal afschermen.”

In een recente vrije tribune wees Nobelprijswinnaar economie Joseph Stiglitz erop dat ook de onvoorwaardelijke bewonderaars van het vrijhandelsmodel absoluut moeten toegeven dat het systeem negatieve gevolgen kan hebben voor bepaalde groepen van de westerse middenklasse. Dit ontkennen onder het voorwendsel dat de wereld er in zijn geheel op vooruitgaat – hetgeen overigens niet gelogen is – is een catastrofale vergissing en dat zien we elke dag aan de opmars van allerhande nieuwe vormen van populisme. “U bent uw job in Europa kwijt maar maakt u zich geen zorgen, het gaat beter met de wereld en er zijn nu vijf Chinezen die werk gevonden hebben”: het is een argument waarmee een politicus niet zo gauw de verkiezingen zal winnen. We moeten deze nieuwe protectionistische reflexen dus begrijpen en ernaar luisteren, in plaats van ze gewoon van de hand te wijzen.

De globalisering vereist een dusdanig grote omschakeling dat onze politieke besluitvormers strategische keuzes moeten maken. Eigenlijk zijn er drie strategieën. De eerste strategie is gewoon niets doen: denken dat het globaliseringsproces toch niet te stuiten is en het banenverlies in Europa beschouwen als een soort collateral damage op de korte termijn terwijl we naar een geglobaliseerd productiesysteem evolueren. Deze eerste strategie is gedoemd tot mislukken omdat uit het oog wordt verloren dat deze collateral damage terechtkomt op de nek van gezinnen die hieronder zwaar te lijden hebben en boze burgers die hun democratische macht dreigen te gebruiken om genuanceerde en democratisch gezinde politici een hak te zetten. Deze aanpak is dus niet houdbaar en precies dat wordt ons op dit ogenblik duidelijk gemaakt door de opkomst van nieuwe populistische bewegingen. De tweede strategie is die van de omgekeerde slingerbeweging: onder druk van de populisten proberen om de eigen markt te beschermen door er muren omheen te bouwen. Ook deze strategie deugt niet omdat zij voorbijgaat aan het intrinsiek dynamische karakter van de economie en aan onze grote afhankelijkheid van importproducten (die ervoor zorgen dat uitgerekend de volksklassen die tegen de globalisering zijn, hun koopkracht behouden). De derde strategie is op lange termijn de enige goede keuze maar vergt ook de meeste moed: erkennen dat er veranderingen op komst zijn en hierop anticiperen door ons productieapparaat aan de nieuwe vereisten aan te passen, in plaats van de identiteitsangst te voeden. Dat ze politiek kan lonen bewees de spectaculaire verkiezing van Emmanuel Macron.

Deze strategie vereist massale investeringen in onderwijssystemen en initiatieven die het levenslang leren bevorderen, herinvesteringen in industriële sectoren die de basis van onze toekomstige competitiviteit kunnen vormen, … We kunnen alleen maar hopen dat onze Europese democratieën hard genoeg geschrokken zijn om voluit voor deze nieuwe derde weg te kiezen, niet enkel in woorden maar ook in daden. Zo niet, lopen we het risico dat de verkiezing van Emmanuel Macron slechts een interludium wordt, een kleine adempauze in de opmars van de populisten.

Geschreven door