In het verzet gaan (De Morgen – 25/04/2014)

Op vrijdag 25 april viert De Vrijdaggroep, een denktank voor jongeren, haar eenjarig bestaan in Brussel op het feestelijke evenement “The future is (Y)ours to make”. Jonge charismatische sprekers zullen er vanop de bühne hun eigenzinnige kijk op de uitdagingen van deze tijd geven. Morgen verschijnt een dubbelinterview met schrijver Rutger Bregman en voorzitter Brieuc Van Damme. Vandaag geven we een ingekorte versie weer van het pleidooi van strafpleiter Cavit Yurt. Hij won er de publieksprijs van de internationale pleitwedstrijd van Caen (Normandië) mee. Econoom en vrijdaggroeper Naïm Cordemans leidt het stuk in.

De feestelijke zitting van De Vrijdaggroep is vrij toegankelijk vanaf 17u30 in de Ateliers des Tanneurs, Huidevettersstraat 68-62 te Brussel.

In het verzet gaan
Wat de moord op Pavlov Fyssas leert over het gevaar van nieuw extreem rechts

Naïm Cordemans

Een maand vóór de Europese verkiezingen gaat het extreemrechts voor de wind op het oude continent: in Frankrijk is het Front National bijna de grootste partij van het land geworden, terwijl de Nederlandse Partij voor de Vrijheid zichzelf onlangs tot één van de grote winnaars van de verkiezingen uitriep. Jobbik haalt in de Hongaarse peilingen meer dan 20% en extreemrechts behoort ook in Oostenrijk en Finland tot de drie koplopers.

Deze aangekondigde vloedgolf van eurosceptici en radicalen in verscheidene landen heeft deels te maken met de crisis, de massale werkloosheid, de besparingsmaatregelen en de toegenomen ongelijkheid, maar weerspiegelt ook een zeker identiteitsverlies in een multiculturele samenleving die steeds complexer wordt. Hoewel deze fenomenen soms moeilijk te vatten zijn en zich in uiteenlopende gedaanten manifesteren, spelen zij in op dezelfde buikgevoelens: angst, etnofobie, nationalisme en de afkeer van elites en Brussel. Bepaalde bewegingen hebben afstand genomen van het fascisme, maar ook het beïnvloedings- en beschadigingsvermogen van het nieuwe extreemrechts – al dan niet ontdaan van zijn complexen – mag niet worden onderschat.

Dit is in essentie wat ons wordt verteld in onderstaande fragmenten uit het pleidooi van Meester Cavit Yurt. Hij sprak dit uit tijdens de 25e pleitwedstrijd voor advocaten op 2 februari van dit jaar in Le Mémorial de Caen (Normandië). In zijn pleidooi vraagt hij ons om neen te zeggen tegen simplismen en kortzichtigheid, en wijst hij op de noodzaak om elke dag waakzaam te blijven voor elke vorm van intolerantie en alles wat de vrijheid bedreigt. Ik geef hem het woord.

Cavit Yurt

Ik neem het woord namens Pavlos Fyssas, de Griekse muzikant en antifascistische rapper die in september 2013 op 34-jarige leeftijd met messteken om het leven werd gebracht door neonazi’s. Wie pleegde deze schandelijke daad? Een moorddadige marionet van de neonazipartij Gouden Dageraad. Deze fascistische formatie werd lange tijd als ‘groupuscule’ omschreven, maar drong op een kwade dag door tot het Griekse Parlement en werd in juni 2012 de derde grootste politieke partij van het land. De moord op Pavlos Fyssas veroorzaakte in Griekenland een juridische en politieke aardverschuiving. De Griekse republiek lanceerde een nooit gezien offensief: de immuniteit van verscheidene parlementsleden werd opgeheven, parlementsleden van Gouden Dageraad belandden achter de tralies en de financiering van hun partij werd opgeschort. Gouden Dageraad had al aan minstens twee migranten het leven gekost, maar er moest een Griekse burger worden vermoord voordat Griekenland eindelijk besloot om in het verzet te gaan.

In het verzet gaan: een rechtstaat heeft het recht en de plicht om zich te verzetten. Hij heeft er ook de middelen voor. Zo is er het juridische beginsel dat aan de basis van het burgerlijk recht en de mensenrechten ligt: het verbod op machtsmisbruik. Al in de Oudheid werd studenten tijdens rechtscolleges het adagium summum jus summa injuria bijgebracht: het hoogste recht is vaak het hoogste onrecht. Dit beginsel werd in het Europees Verdrag voor de rechten van de mens vastgelegd (geen vrijheid voor de vijanden van de vrijheid) en het staat in gouden letters gegraveerd op het allerhoogste niveau, d.w.z. bij de Verenigde Naties, in de beroemde Universele Verklaring uit 1948 en de twee Verdragen die in 1966 in New York werden gesloten.

Deze primordiale teksten dreigen echter dode letter te blijven waar slechts een eenzame pleiter bij stilstaat. Op mijn eentje kan ik de moordenaar en zijn opdrachtgevers aanklagen, ik kan u de details van de laatste nacht van Pavlos beschrijven, de precieze aard van zijn verwondingen, de kleur van zijn ogen en het overzicht van zijn telefonische oproepen. Ik kan me opwerpen als spreekbuis van een slachtoffer dat tot eeuwige stilte veroordeeld is. Ik kan zijn verloren gegane poëzie laten voortleven en mijn twee handen hoog in de lucht steken om, zoals Pavlos zou zeggen, wat licht van de stralende sterren te stelen.

Maar op mijn eentje kan ik de radarzenders niet saboteren van de mensen die een ontredderde bevolking een gouden dageraad beloven. De slagkracht van een pleiter kan slechts worden vergroot door de dagelijkse waakzaamheid van zijn toehoorders. Alleen voor u en door u heeft mijn pleidooi zin, vanaf dit prestigieuze spreekgestoelte waarvan het rood herinnert aan het bloed dat in de straten van Athene is gevloeid of op de stranden waar de geallieerden in Normandië landden.

We hebben een nieuwe landing nodig, nu de komende verkiezingen een monster kunnen baren. We moeten opnieuw springen in het donker van de menselijke ziel en duizend daden van ogenschijnlijk onbeduidend verzet plegen: weigeren om kort door de bocht te gaan, veralgemeningen aanklagen en simplistische verklaringen van de wereld aan de kaak stellen. We moeten de waakzaamheid tegenover de groeiende intolerantie verdubbelen in Athene en Boedapest, in Parijs, Wenen en Brussel. Extreemrechts moeten we extreemrechts noemen, ook wanneer het zich achter een laagje donkerblauwe make-up verschuilt en dreigt met rechtszaken.

Het terrein waarop de nieuwe landing moet plaatsvinden, is veel minder duidelijk dan 70 jaar geleden nu een onzichtbare Atlantic Wall onze steden, onze wijken en soms zelfs ons geweten doorkruist. De stranden van toen zijn intellectuele mijnenvelden boordevol obstakels. We moeten door het prikkeldraad breken dat duistere krachten tussen rede en emotie hebben opgeworpen. We moeten ten strijde trekken tegen de bastions van intolerantie, de artillerie van het racisme en de bunkers die de haat jegens de anderen camoufleren. Korte metten moeten we maken met de kanonnen van de haat, de pantsertuigen van de onredelijkheid en de scheldtirades die nostalgie naar oude führers verraden. Dat is de prijs die we betalen voor onze waardigheid.

Een nieuwe landing dus, zonder uitstel en zonder passief af te wachten hoe datgene, waarvoor twintigers in ‘44 hun leven gaven, geniepig wordt geslachtofferd.

Bij dageraad zullen we landen en strijden zonder vrees / Hun gouden dageraad zal in rook opgaan / De middag moet ons streefdoel zijn / De middag zullen we halen.

De middag: dat is het moment waarop niemand in iemand anders schaduw staat.