‘Houdt de vrijheid van meningsuiting op bij de grenzen van het fatsoen en de weldenkendheid?’
'When the facts change, I change my mind.' Deze woorden van Keynes spoken door mijn hoofd sinds de aardverschuiving van 26 mei. Sinds de verkiezingen is ons land meer dan ooit in twee gesplitst. De kloof gaapt, het onbegrip is compleet. Het grote succes van het Vlaams Belang heeft iedereen overrompeld. Hadden we Van Grieken en consorten zien aankomen? In Franstalig België, was de reactie even unaniem als direct. Een storm van protest. 'No pasarán!' En zoals gebruikelijk: 'cordon sanitaire'.
Anders dan in Vlaanderen blijven in Franstalig België de traditionele politieke partijen en de media vasthouden aan een rigoureuze opvatting van het cordon sanitaire. Niet alleen politiek, door samenwerking met Vlaams Belang op voorhand uit te sluiten, maar ook in de media. Terwijl in Vlaanderen politici van de partij geïnterviewd worden, geldt in Franstalig België een rigoureus cordon médiatique rond extreemrechtse politici.
Deze gang van zaken zou deel moeten uitmaken van de democratische basisreflex en zou voor mij als Franstalige vanzelfsprekend moeten lijken. Toch kan ik het niet helpen dat ik een zeker onbehagen voel. Zijn mijn zekerheden achterhaald? Is dit principiële standpunt van de Franstalige politieke partijen en media nog vol te houden in de huidige context? Streeft het cordon sanitaire nog altijd zijn oorspronkelijke belang na? Ik heb erover nagedacht, en ik ben van mening veranderd. 'When the facts change, I change my mind.'
De bijzonder efficiënte campagne van het Vlaams Belang, die vooral op Twitter en Facebook gevoerd werd, laat volgens mij zien dat het volhouden van een cordon médiatique geen goede zaak is. Wat de traditionele media echter nog altijd kunnen bieden, is tijd en tegenspraak. Een professionele, ernstige en kritische behandeling van het politieke discours, die het mogelijk maakt om de tegenstrijdigheden en onwaarheden aan het licht te brengen en een tegenwicht te vormen tegen de directheid en de eenduidigheid van de sociale netwerken. Op voorwaarde echter dat iedereen een stem in het kapittel heeft.
Wat principes betreft, maakt het 'cordon médiatique' deel uit van een wil om vast te houden aan de idealen die de grondslag vormen van ons politiek systeem. Geen vrijheid voor de vijanden van de vrijheid. Wat er ook gebeurt, en wat er ook voor nodig is, wij zullen niet in discussie gaan met mensen van wie de ideeën en het programma de essentie van onze democratieën in gevaar brengen. Dat is misschien een tijdje zo geweest, maar de vraag kan gesteld worden of dat vandaag nog het geval is. Lees er de programma's van het Vlaams Belang en de PTB maar eens op na. Je zult sterke, buitensporige, zelfs afstotelijke ideeën vinden, maar het blijven ideeën die in een democratie verspreid mogen worden. De vermindering van de werkloosheidsuitkering in de tijd, de strikte beheersing van het migratiefenomeen of de invoering van een miljonairstaks zijn stuk voor stuk voorstellen die raken aan onze idealen en ons samenlevingsmodel, maar ze zijn daarom niet onverdedigbaar omdat ze onwettig of ongrondwettelijk zijn.
Critici zullen zeggen: 'Door zo te redeneren val je regelrecht in de val die de extremisten voor ons hebben gezet' en 'Zo werk je mee aan de 'normalisatie' waar de partijen al zo lang van dromen.' Want onder dat nieuwe laagje achtenswaardigheid zou de realiteit dezelfde blijven. Misschien wel, maar is het aan de media en de traditionele partijen om daarover te beslissen? Principieel en vooraf de taal kiezen die al dan niet democratisch gebruikt mag worden, is dat niet net antidemocratisch?
We moeten erkennen dat we vandaag getuige zijn van een verontrustende verkleining van het veld van toegestane politieke uitingen. Maar houdt de vrijheid van meningsuiting en van mobilisatie in het zuiden van ons land echt op bij de grenzen van het fatsoen en de weldenkendheid? Wat een gebrek aan vertrouwen in ons grondwettelijk systeem, zijn controles en evenwichten, en in ons rechtssysteem.
Dat de visies van deze bewegingen twijfels doen rijzen en afkeuring, afkeer of angst wekken bij een groot deel van de Franstaligen, kan ik begrijpen. Persoonlijk heb ik er geen enkele sympathie voor. Maar de beste manier om ideeën neer te halen en te bestrijden is zeker niet om ze meteen te verwerpen. Is je neus dichtknijpen en de voorkeur geven aan 'ons kent ons' de verstandigste reactie wanneer er verworvenheden die ons na aan het hart liggen in gevaar zijn? Zeker niet. Vandaag niet, nu niet. Het is namelijk de beste manier om potentieel beginnende ideeën te laten groeien en definitief de bevolkingsgroepen die zich op deze bewegingen richten te vervreemden. Het ware gezicht van de extremisten, de samenhang van hun discours zal pas echt naar voren komen door debat en onderzoek. Niet door zich te tooien met deugdzaamheid en de andere kant op te kijken.
De praktijk van het cordon sanitaire is ontstaan in een tijdperk waarin het internet nog niet bestond en de extremisten beantwoordden aan het beeld dat we van hen hadden. Ondertussen is de maatschappelijke context veranderd en zijn de extremisten veranderd. In essentie hoopten de initiatiefnemers dat het cordon sanitaire deze bewegingen beteugelen en ze in de kiem zou smoren. We moeten echter vaststellen dat het ze vandaag sterker maakt en hun ideeën laat gedijen.
Is het geen tijd - wanneer een gebruik zijn oorspronkelijke doelstelling schaadt - om het te herzien? Is het geen tijd om de kop uit het zand te halen en de realiteit onder ogen te zien? Is het geen tijd om in de aanval te gaan? De huidige context vraagt erom, in héél België. 'When the facts change, I change my mind.'