Het schrikbeeld van een splitsing die er niet (echt) komt (De Morgen – 18/10/2013)

Laurent Hanseeuw, econoom voor Cushman&Wakefield en de ULB en lid van De Vrijdaggroep. Hij schrijft deze bijdrage in eigen naam.

Na het traumatische faillissement van Lehman Brothers en – dichter bij huis – het debacle van Fortis en Dexia waren alle besluitnemers het erover eens dat een radicale hervorming van ons financiële systeem zich opdrong. Iedereen wacht nu op het wetsontwerp over de bankenhervorming dat de minister van Financiën binnenkort aan het kernkabinet zal gaan voorleggen. Een radicale splitsing van de banken naar het voorbeeld van wat tijdens de crisis in de jaren 30 werd ondernomen, lijkt er in ieder geval niet in te zitten, verrassingen niet te na gesproken. Uiteraard zijn er goede en minder goede redenen om banken te splitsen. Door de wending die de financiële crisis nam, is voor dit emblematische dossier van de bankensplitsing – vooral in België – een obsessieve aandacht gegroeid. Heeft die ons afgeleid van de belangrijkste elementen die aan de basis van de financiële crisissen liggen?

OOGKLEPPEN

Door de mediatisering van de schandalen in de internationale financiële wereld (Libor, Madoff, Kerviel, …) is in onze hoofden het idee gegroeid dat er een verschil zou zijn tussen retailbankiers, die een voor de gemeenschap nuttig vak beoefenen, en zakenbankiers, uitbaters van reusachtige casino’s waarvan de schadelijke invloed ontegensprekelijk vaststaat. We lijken te zijn vergeten dat retailbanken tal van financiële crisissen deden ontstaan. Denken we maar aan de Spaanse crisis of de savings & loans-crisis op het einde van de jaren 80 die door een veelvoud aan depositobanken werd veroorzaakt en de Amerikaanse belastingbetaler zo’n 125 miljard dollar zou hebben gekost. Winstbejag en risico-onderschatting als het exclusieve domein van de zakenbanken voorstellen, is een beetje naïef en lijkt de menselijke natuur te ontkennen.

THE SKY IS NOT THE LIMIT

We moeten vermijden dat het geld van de belastingbetaler opnieuw door de banken wordt opgeslokt: dat lijkt het kernidee te zijn van waaruit alle hervormingsvoorstellen vertrekken. Als we de banken splitsen, kan de staatswaarborg op het spaargeld van privépersonen niet meer worden gebruikt voor speculatieve activiteiten. Het probleem met deze redenering is dat uit de huidige crisis is gebleken dat we ook ‘zuivere’ zakenbanken niet zomaar failliet kunnen laten gaan (cfr. Lehman). Als we een bank – van eender welke aard – toelaten om zo groot te worden in vergelijking met de economie waarin ze haar activiteit uitoefent, heeft haar faillissement rampzalige gevolgen, ongeacht of ze wereldwijd actief is of niet. Het zou dan ook rationeel zijn indien ons land de grootte van al onze bankinstellingen – van eender welke aard – zou beperken.

Dit is geen pleidooi tegen een eventuele splitsing. Bepaalde argumenten snijden namelijk wel degelijk hout (bv. de overdracht van een cultuur die niet op retailbanken afgestemd is of het verbod om gebruik te maken van gesubsidieerde financiering (spaarrekeningen) voor bepaalde activiteiten die de maatschappij nutteloos acht). Het symbolische karakter van het dossier leidt ons echter af van wat de basis zou moeten zijn van een weldoordachte wetgeving.

In de komende hervorming moeten drie aspecten onze volle aandacht krijgen: preventie, transparantie en resolutie. Preventie vereist dat banken over voldoende eigen middelen beschikken in vergelijking met de risico’s die ze aangaan. Bij onvoorziene gebeurtenissen zijn ze dan in staat om de schok op te vangen. In dit verband merken we op dat België tot dusver op geen enkele manier verwijst naar de strengere eisen die de internationale regelgeving stelt, in tegenstelling tot Zwitserland of het Verenigd Koninkrijk. De transparantie verplicht elke regelgever die namens de kiezers optreedt, om alle activiteiten en producten van een bank te begrijpen en aan het parlement te kunnen uitleggen. Zodra een activiteit niet langer perfect begrijpelijk is, kan ze niet meer worden getolereerd. En tot slot is er het aspect ‘resolutie’. Het spreekt voor zich dat er altijd misdrijven zullen worden gepleegd en dat er nog meer bankencrisissen zullen volgen. Ons wetgevend en gerechtelijk apparaat moet daarom op die realiteit worden afgestemd. We moeten ervoor zorgen dat de verliezen bij een bankencrisis op de ‘juiste’ manier worden verdeeld. Een arsenaal aan transparante gerechtelijke middelen moet er bovendien voor zorgen dat bankiers die in hun opdracht tekortgeschoten zijn, worden gestraft.

Als we het debat toespitsen op de splitsing van de banken – hoe wenselijk die ook zou zijn –, leiden we de aandacht af van de echte ambitie die we moeten koesteren. Een probleem afdoend voorkomen en het oplossen indien het zich toch stelt: dat is de basis van een doordachte aanpak. Een schrikbeeld mag ons niet afleiden van het realiseren van die doelstelling.

Artikel op Trends.be