Jason blackeye s1w1 Sgu ZTI unsplash

De vraag is al lang niet meer of er een transitie komt, maar wel hoe snel, hoe wereldwijd en hoe grondig die zal zijn

Het discours over hernieuwbare energie op de COP28 een nieuwe realiteit’, schrijft Ana Rovzar.

In twee monumentale weken kwamen circa 100.000 afgevaardigden bijeen voor COP28 in Dubai, de grootste klimaatbijeenkomst tot nu toe, verspreid over een ruimte even groot as Central Park in New York. Naar jaarlijkse gewoonte trok ook deze COP de aandacht met veel vraagtekens rond bepaalde agendapunten: onder andere het feit dat we niet op koers liggen om onze klimaatdoelstellingen te halen, dat de besprekingen dit jaar werden voorgezeten door de CEO van ADNOC – de nationale oliemaatschappij van de VAE – en dat een consensus vinden steeds een uitermate moeilijke opgave is.

Ook al zijn de meningen verdeeld, toch werden er een aantal stappen voorwaarts gezet onder andere op het gebied van klimaatfinanciering, namelijk door te voorzien in een fonds van 700 miljoen dollar om lagere-inkomenslanden te helpen bij het aanpakken van door klimaatverandering veroorzaakte schade en een fonds van 30 miljard dollar voor klimaatoplossingen.

De meest opmerkelijke vooruitgang werd echter geboekt op het gebied van energie. Deze sector is verantwoordelijk voor 75% van de wereldwijde uitstoot en het decarboniseren van deze sector biedt de belangrijkste hefboom voor impact. De eindtekst COP28 vermeldt voor het eerst de transitie naar het wegstappen van fossiele brandstoffen. Dit is de eerste keer dat deze expliciet aan bod komen in een COP-overeenkomst na 28 jaar van klimaatonderhandelingen. Historisch, maar onvoldoende vooruitgang – zo luidt het bij sommigen.

In twee monumentale weken kwamen circa 100.000 afgevaardigden bijeen voor COP28 in Dubai, de grootste klimaatbijeenkomst tot nu toe, verspreid over een ruimte even groot as Central Park in New York. Naar jaarlijkse gewoonte trok ook deze COP de aandacht met veel vraagtekens rond bepaalde agendapunten: onder andere het feit dat we niet op koers liggen om onze klimaatdoelstellingen te halen, dat de besprekingen dit jaar werden voorgezeten door de CEO van ADNOC – de nationale oliemaatschappij van de VAE – en dat een consensus vinden steeds een uitermate moeilijke opgave is.

Ook al zijn de meningen verdeeld, toch werden er een aantal stappen voorwaarts gezet onder andere op het gebied van klimaatfinanciering, namelijk door te voorzien in een fonds van 700 miljoen dollar om lagere-inkomenslanden te helpen bij het aanpakken van door klimaatverandering veroorzaakte schade en een fonds van 30 miljard dollar voor klimaatoplossingen.

De meest opmerkelijke vooruitgang werd echter geboekt op het gebied van energie. Deze sector is verantwoordelijk voor 75% van de wereldwijde uitstoot en het decarboniseren van deze sector biedt de belangrijkste hefboom voor impact. De eindtekst COP28 vermeldt voor het eerst de transitie naar het wegstappen van fossiele brandstoffen. Dit is de eerste keer dat deze expliciet aan bod komen in een COP-overeenkomst na 28 jaar van klimaatonderhandelingen. Historisch, maar onvoldoende vooruitgang – zo luidt het bij sommigen.

De afbouw van fossiele brandstoffen gebeurt immers niet snel genoeg om onze doelstellingen van 1,5° van het Akkoord van Parijs te halen. Anderen zagen het akkoord dan weer als een doorbraak. De consensus gedreven aard van COP-onderhandelingen maakt een akkoord vinden namelijk een uitdaging waardoor zelfs kleine stappen vooruit gewichtig zijn. De complexiteit van de mondiale energie-economie, waarin 85% van de energie nog steeds afkomstig is van fossiele brandstoffen, met een grote vraag van ontwikkelings- en groeilanden, onderstreept het belang van deze stap naar afstemming tussen 198 landen en geeft een gemeenschappelijke taal voor de toekomst.

Tegelijkertijd weerspiegelt het discours over hernieuwbare energie op de COP28 een nieuwe realiteit. Terwijl de onderhandelaars worstelden met de precieze bewoording in verband met fossiele brandstoffen ondergaat de wereld tegelijkertijd een onstuitbare verschuiving naar hernieuwbare energie – gestaafd door de toezegging van 130 landen op COP28 die beloofden hernieuwbare energie te verdrievoudigen en energie efficiëntie te verdubbelen tegen 2030. Hernieuwbare energie, en dan vooral zonne- en windenergie, maakte recent een ongekende groei door, versterkt door de recente crises.

De investeringen in hernieuwbare energie zijn al enkele jaren hoger dan de investeringen in de infrastructuur voor fossiele brandstoffen. In 2022 kwamen 83% van alle nieuwe elektriciteitscentrales wereldwijd van hernieuwbare energiebronnen. De jaarlijkse capaciteitstoevoegingen zijn tussen 2015 en 2022 meer dan verdubbeld, met een jaarlijkse stijging van ongeveer 11%. Net omwille van die trend is volgens het Internationaal Energieagentschap het verdrievoudigen van de hernieuwbare capaciteit tegen 2030 een ambitieus maar haalbaar doel en een van de meest impactvolle acties die er kan genomen worden om de sector te decarboniseren.

De resultaten en het taalgebruik met betrekking tot hernieuwbare energiebronnen waar tijdens COP28 op is aangedrongen, waren een paar jaar geleden nog ondenkbaar. Dit leidt vandaag tot een krachtig politiek signaal dat een grotere afstemming tussen economie, industrie en politiek bevordert. De vraag is al lang niet meer of er een transitie komt, maar wel hoe snel, hoe wereldwijd en hoe grondig die zal zijn.

Net als in het Stenen Tijdperk, waar verandering meer werd gedreven door technologische vooruitgang dan door de uitputting van stenen, is het momentum voor schone energie na de COP-onderhandelingen voelbaar. Recente crises hebben geleid tot beleidsinitiatieven zoals de Inflationary Reduction Act in de VS en de Europese Green Deal in Europa, samen met nationale doelstellingen en strategieën in invloedrijke landen als China en India. Hoewel dit momentum veelbelovend is, vereist de volgende fase een nauwgezette voorbereiding op het gebied van infrastructuur, beleid en regelgeving, investeringen en financiering op wereldwijde schaal.

De belofte om hernieuwbare energiebronnen te verdrievoudigen tijdens COP28 betekent een paradigmaverschuiving in de energietransitie. Actie en monitoring moeten de volgende stappen zijn om deze belofte waar te maken. Om deze ambitieuze doelstellingen in daden om te zetten, zijn gestroomlijnde vergunningen, versterkte toeleveringsketens, uitgebreide netwerken en vrijgemaakte financiering, vooral in de groeiregio’s van de wereld, noodzakelijk.

COP28 en haar toezegging om hernieuwbare energiebronnen te verdrievoudigen bieden een gemeenschappelijke taal om dit momentum naar het volgende niveau te tillen, waarbij actie en monitoring zullen moeten dienen als de essentiële volgende stappen in de richting van een duurzame energietoekomst.