Pexels lukas rodriguez 3573351

Climate Quitting? Vergroen of verlies de war for talent

Begin dit jaar lanceerde Bloomberg het neologisme ‘Climate quitting’ of klimaatontslag, het fenomeen waarbij men van carrière verandert om zich te engageren in de strijd tegen de klimaatopwarming. Deze tendens zal, naarmate de klimaatcrisis verergert, alleen maar verder aan terrein winnen.

Het fenomeen dat door Bloomberg werd gedefineerd, doet zich ook in onze contreien voor. Zo werkte Nu.nl bij onze Noorderburen met een eigen reeks met mensen die de radicale overstap maakten van Shell naar de activistische klimaatbeweging Extinction Rebellion. Verder valt ook de populariteit op van websites zoals klimaatjobs.be en milieuvacatures.be.

De werkende bevolking wil dus graag deel uitmaken van een oplossing voor het klimaatprobleem. Er zijn op dat vlak zeker mogelijkheden. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties kan de uitvoering van het klimaatakkoord van Parijs tegen 2030 voor maar liefst 18 miljoen banen zorgen in onder andere de hernieuwbare energiesector, de teelt van biomassagewassen en duurzamere constructie.

Het is echter een illusie om te denken dat wij plots allemaal windturbinetechniekers or duurzame boeren gaan worden. De meesten onder ons zullen in sectoren werken die ogenschijnlijk niet meteen gelieerd zijn aan de klimaatuitdaging.

Toch valt op dat de werkende bevolking, als ze dan niet (direct) deel uit kunnen maken van de oplossing, steeds minder geneigd zijn om deel uitmaken van de bedrijven die al dan niet fors bijdragen aan de klimaatopwarming. Een KPMG-enquête (2023) onder 6.000 Britse volwassen kantoormedewerkers, studenten, leerlingen en recent afgestudeerden bevestigde dit fenomeen: 1 op 5 respondenten gaf aan al een job te hebben afgewezen omdat het ESG-beleid van de potentiële werkgever niet in overeenstemming was met hun persoonlijke waarden. Voor jongeren onder de 24-jaar, liep dit aantal zelfs op tot een op de drie.

Het is misschien niet verwonderlijk dat de generatie van de klimaamarsen sterk rekening houdt met deze idealen in hun zoektocht naar een job, maar ook de millennials delen eenzelfde overtuiging. Uit dezelfde KPMG-studie blijkt dat maar liefst 55% van de 25- tot 34-jarigen het belangrijk vindt dat hun werkgever ESG-waarden onderschrijft, de groep van 18- tot 24-jarigen (51 procent) en van 35- tot 44-jarigen (48 procent) lopen echter niet ver achter.

Wat betekent dit echter voor grote (historische) vervuilende industrieën? Het lijkt erop dat zij moeilijker mensen zullen kunnen vinden in de toekomst. Op zichzelf hoeft het feit dat niet iedereen meer warmloopt om voor ‘Big Oil’ te werken misschien niet meteen een tragedie te zijn. Een complete uitfasering van fossiele brandstoffen is nu eenmaal de enige manier om effectief het klimaat te beschermen. Er zijn echter ook andere vervuilende sectoren, die nog steeds zeer belangrijk zullen blijven voor onze economie en die lastig te decarboniseren zijn.

Het volstaat om op dat vlak te kijken naar de oplijsting die de FOD Economie in 2022 gaf van de belangrijkste uitvoerproducten van de Belgische ondernemingen in 2021. Het betrof producten uit de chemische industrie, maar ook minerale producten. Producten zoals cement, staal en kunststoffen zijn echter strategische materialen en vormen belangrijke grondstoffen voor, bijvoorbeeld, de constructie van zowel onshore als offshore windturbines.

Kortom, deze zware industrie zal nodig blijven, maar in het bijzonder deze sector zal rekening moeten houden deze signalen rond klimaatsontslag. Zeker in een zeer krappe arbeidsmarkt waarbij de werknemer meer keuzemogelijkheden zal hebben in zijn of haar zoektocht naar een job. Het Brookings Institute gaf in 2014 al aan dat millennials in 2025 in de Verenigde Staten 75% van de werkbevolking zouden uitmaken. De cijfers in ons land zullen in een gelijkaardige lijn liggen. Naarmate onze gevoeligheid rond de klimaatkwestie groeit en de burgers meer transparantie eisen van bedrijven rond hun klimaatambities bestaat er dus het risico dat vervuilende sectoren steeds minder talent zullen vinden, minstens ze er zeer diep voor in de buidel zullen moeten tasten.

De enige manier voor deze sectoren om een duurzame aanvoer van talent te blijven waarborgen, lijkt dan ook te zijn door transparante maar ook ambitieuze decarbonisatiedoelstellingen voorop te stellen. Op die manier voelen ook die werknemers aan dat zij meewerken aan de essentiële omslag naar een klimaatvriendelijkere industrie. Sowieso zal het uitgangspunt voor alle bedrijven die op deze krappe arbeidsmarkt op zoek zijn naar talent duidelijk zijn: verhoog de ESG-ambities en neem de klimaatuitdaging ernstig. Vergroen radicaler, vergroen consequenter of verlies de 'war for talent’.

Dit artikel verscheen op Knack.be op 26/2/2023