Mai68 etudiants ouvriers 1

Wat als mei ’68 in België begonnen was?

David Méndez Yépez is economist, auteur-componist, voormalig voorzitter van de studenten van de UCL en van de Fédération des Etudiants Francophones (FEF), en lid van de vrijdaggroep. Eveneens verschenen op knack.be op 4 mei 2018.

“We moeten doen zoals de kameraden in Leuven.” 1 Met deze woorden motiveerde Frans studentenleider Daniel Cohn-Bendit zijn achterban voor de protesten van mei ‘68 in Parijs.

Op 15 maart 1968 schreef Le Monde: "Wat ons openbaar leven op dit ogenblik kenmerkt, is verveling. De Fransen vervelen zich. Ze nemen op geen enkele manier deel aan de grote omwentelingen die de wereld op zijn kop zetten."

In België waren de studenten daarentegen al twee jaar in de weer om een diepgaande hervorming van hun universiteit en hun land af te dwingen. De katholieke universiteit in Leuven werd in die tijd geleid door een inrichtende macht waarvan het bestuur in handen was van de bisschoppen. Zij beslisten zowel over de koers die de Alma Mater moest varen als over morele kwesties. Zo riepen zij studenten op het matje die zich niet aan de richtlijnen over gescheiden huisvesting voor jongens en meisjes hielden, veroordeelden zij artikels over contraceptie, ... De universiteit was een staat in de staat, net als in de middeleeuwen.

France Blanmailland beschreef de toestand in de studentenstad als volgt: "De Franstaligen spreken geen Nederlands, zelfs niet in de winkels. De sociale milieus zijn ook verschillend. Minder dan 5% van de Franstalige studenten is afkomstig uit arbeidersgezinnen, terwijl Vlaanderen katholieke jongeren uit steeds bredere milieus naar Leuven stuurt." 2

Door de indrukwekkende toename van het aantal studenten zag de universiteit zich genoodzaakt om na te denken over een uitbreiding buiten de Leuvense stadsmuren. Binnen die context vonden steeds meer Vlamingen dat het Franstalige gedeelte van de universiteit naar Wallonië moest worden verhuisd.

In mei 1966 stelden de bisschoppen als reactie op die vraag een verklaring op waarin ze plechtig bevestigden dat de katholieke universiteit van Leuven ondeelbaar was en dat ‘wie naar de universiteit komt, zich vrijwillig onderwerpt aan de mensen die er het gezag uitoefenen’. Wie zou zich niet geschoffeerd voelen door zoveel arrogantie vanwege de hoge clerus en een deel van de toenmalige Franstalige bourgeoisie?

De dag na het verschijnen van de bisschoppelijke ordonnantie kwamen duizenden studenten in Leuven op straat. Zij protesteerden tegen dit autoritaire gezag en eisten de verhuizing van het Franstalige deel van de universiteit maar ook een democratisering van de universiteit op zich. Het symbool van deze nieuwe protestgolf, die de communautaire thema’s oversteeg, was Paul Goossens 3 , in die tijd de belangrijkste Vlaamse studentenleider:

"Zolang we de verhuizing steunden, was er niemand [in Nederlandstalige milieus] die onze actie contesteerde. Maar als je zei 'het goddelijk recht bestaat niet meer, er is meer democratisering nodig', dan was dat een brug te ver. In Vlaanderen werden we als ketters beschouwd omdat we de verzuiling in vraag stelden." 4

Een belangrijk deel van de Vlaamse studentenbeweging voerde dus strijd voor een democratische universiteit die niet door de hoge clerus werd geleid en niet uitsluitend voor de elite bestemd was. Het ideaal van een lokaal verankerde universiteit die ten dienste stond van haar gemeenschap legitimeerde het ‘Leuven Vlaams’ en het idee dat Wallonië een eigen, volwaardige universiteit kreeg. Paul Goossens is echter formeel: de slogan ‘Walen buiten’ heeft hij nooit uitgesproken. “Niet de Leuvense studenten bliezen die slogan aan, maar de paramilitaire vechtersbazen van de Vlaamse Militanten Orde (VMO)! [extreemrechtse organisatie]. Als zij 'Walen buiten' riepen, scandeerden wij 'bourgeois buiten'. Dat was ook niet ideaal, maar à la guerre comme à la guerre. Tussen '66 en '68 hebben wij aan 'Leuven Vlaams' een maatschappelijke betekenis gegeven waarvoor de leiders van de traditionele Vlaamse Beweging terugschrokken. Wij zeiden: 'Niet alleen Leuven maar de hele staat is autoritair en unitair’” 5

De democratiseringsidealen die deze fractie van de Vlaamse studentenbeweging uitdroeg, werden in grote mate gedeeld door verscheidene Franstalige studentenvertegenwoordigers. Om het met de woorden van Paul Galand (woordvoerder van de Franstalige Leuvense studenten van 1968 tot 1969) te zeggen: toen de verhuizing eenmaal een feit was, bestond de uitdaging erin om er een ‘verhuizing inclusief hervorming’ van te maken. De universiteit moest namelijk hervormd worden tot een ontzuilde en geëngageerde instelling.

Paul Goossens en Paul Galand organiseerden samen betogingen en verdedigden gemeenschappelijke politieke standpunten, al richtten ze zich elk tot hun eigen universiteit: de KU Leuven en de UCL. Ze stelden bijvoorbeeld voor dat studenten een deel van het academiejaar als arbeider zouden gaan werken.

Er wordt vaak gezegd dat de geschiedenis door de overwinnaars wordt geschreven. Dit adagium geldt waarschijnlijk ook voor wat er zich in de jaren 60 in België afspeelde. Als de geschiedenis echter alleen het ‘Walen buiten’ onthoudt, moeten we er toch op wijzen dat er in die dagen nog heel wat andere zaken op het spel stonden.

De visie van een land op zijn eigen geschiedenis bepaalt in grote mate de toekomst die het mag verwachten. Een bevolking die te horen krijgt dat in haar geschiedenis uitsluitend communautaire conflicten werden uitgevochten maar geen sociale strijd werd gevoerd, zal zich maar moeilijk kunnen voorstellen dat het loont om zich voor dit laatste in te zetten.

1 — Citaat uit een artikel dat op 29 april 2008 in Le Soir verscheen. [vrije vertaling]
2 — Citaat uit het tijdschrift Politique van maart 2018. [vrije vertaling]
3 — Hij werd later hoofdredacteur bij De Morgen, journalist bij De Standaard en Knack, en Europees correspondent voor het agentschap Belga. 4 — Citaat uit het tijdschrift Louvain van april-mei 2008. [vrije vertaling]/> 5 — Citaat uit het interview dat hij toestond aan Knack in maart 2018.