Vrijdaggroep brieuc van damme waarom de noren gelukkiger zijn e1490124848322

Waarom de Noren gelukkiger zijn (maar daar ook een prijs voor betalen)

Brieuc Van Damme is econoom en woont met zijn Noorse vrouw in een stadje boven de Poolcirkel. Hij doceert een vak beleidseconomie in Congo en is voorzitter van de Vrijdaggroep. Eveneens verschenen op Knack.be op 21 maart 2017.

De zweetparels van het begin van de tocht waren ondertussen een watervalletje geworden dat via mijn kin het bovenste van mijn jas nat maakte. De gure westenwind waar het weerbericht voor gewaarschuwd had kwam dan toch opzetten. Een koude rilling schudde me wakker. Ik keek om me heen en was nog steeds de enige op de besneeuwde bergflank. Links van me deed de fjord zilverachtig aan door het weerkaatste zonlicht dat zich met moeite door de wolken wist te murwen. De bergtop waar mijn voeten maar al te graag de sneeuwraketten zouden inruilen voor een snowboard was eindelijk zichtbaar. Nog een uur zou ik bezweet door de diepe poedersneeuw moeten ploeteren voor ik in een witte wolk de berg zou kunnen afglijden, maar een gelukzalig gevoel overviel me al. Hoe uitzonderlijk is het niet, dacht ik, om je op minder dan een half uurtje rijden volledig van de wereld te kunnen wegtrekken op één van de mooiste plekjes van deze aardbol (althans volgens de Lonely Planet die ik me voor mijn verhuis heb aangeschaft). Terug thuis - moe, nat en hongerig maar euforisch van de adrenaline - schreeuwde ik het tegen mijn Noorse vrouw uit hoe veel ik van haar land hield.

Dat was gisteren. Vandaag ontdek ik via de pers dat de Noren de gelukkigste burgers ter wereld zijn volgens het World Happiness Report van de Verenigde Naties. Het lijvige en goed onderbouwde rapport, dat werd opgesteld door toonaangevende economen zoals Jeffrey Sachs, Richard Easterlin en de Oxford Belg Jan-Emmanuel De Neve, gaat sinds 2012 elk jaar in 155 landen na bij 3000 inwoners hoe ze op een schaal van 1 tot 10 hun levenskwaliteit inschatten. Met 3,4 op 10 schatten de inwoners van de Centraal Afrikaanse Republiek hun levenskwaliteit het laagst in, terwijl de Noren met een score van 7,4 het gelukkigst lijken.

Natuurlijk digitaal

In het licht van mijn persoonlijke ervaringen, gisteren en in de 6 maanden daarvoor, verwondert me dat eigenlijk niet. Schoonheid en overweldigende natuurpracht die bij velen tot bijna mystieke ervaringen leiden zijn hier in overvloed. Noren zijn dan ook geobsedeerd door sport(winkels) en wat men hier ‘friluftsliv’ noemt, het openluchtleven. “De transitie, eerst naar landbouw en dan naar industrie heeft ons veroordeeld tot een onnatuurlijk leven waar geen plaats is voor onze inherente inclinaties en instincten, en er dus niet in slaagt onze diepste verlangens te bevredigen”, schrijft Oxford historicus Yuval Noah Harari in zijn bestseller Sapiens. Misschien zijn de Noren dus gelukkiger omdat ze zoveel tijd doorbrengen in de natuur en er zo beter in slagen hun innerlijke oerinstincten uit te drukken? Het is in ieder geval één van de belangrijkste redenen waarom ik het hier zo naar mijn zin heb en het valt op dat de top 10 van de World Happiness ranking bevolkt wordt door landen als Canada, Zweden, Nieuw-Zeeland en Zwitserland die bekend staan om hun natuurpracht – op Nederland na dan misschien.

Het cliché dat werk en leven in Noorwegen meer in evenwicht zijn klopt helemaal. Het spitsuur begint hier om 15u30 en het sociale zekerheidssysteem moedigt voor elkaar zorgen aan via, bijvoorbeeld, een lang en vrijgevig moeder en vaderschapsverlof (dat ter inspiratie diende voor het meest recente rapport van de vrijdaggroep rond gendergelijkheid). In België wordt een vader die beslist een paar maanden thuis te blijven bij de geboorte van zijn kind nog vaak gezien als een slechte werknemer. Als een vader dat in Noorwegen niet doet, dan is hij een slechte vader. In de zomer gaan Noren na het werk (met de kinderen) vissen of zeilen; in de winter wordt dat schaatsen of skiën. Op school wordt meer nadruk gelegd op ‘buiten zijn’ dan ‘vanbuiten leren’.

En hoewel men meer aandacht heeft voor de natuur, is Noorwegen ook een digitale koploper. Al jaren kunnen de Noren gebruik maken van gratis wifi op de trein of in de bus, vandaag starten de eerste testen met het 5G netwerk en Noorwegen was dit jaar het eerste land waar nationale radiozenders niet langer analoog kunnen beluisterd worden. Het is het land met de hoogste concentratie Tesla’s ter wereld omwille van een bewust en compromisloos pro-elektrisch mobiliteitsbeleid (via fiscale voordelen, gratis parkeren en gratis opladen aan de vele oplaadpunten).

De overheid: een sterk merk

Politiek en beleid worden er op een meer constructieve en consensuele manier bedreven, het belang van de gemeenschap primeert op dat van de belangengroepen. Men probeert zoveel mogelijk vooruit te denken waardoor publieke infrastructuur vandaag al gebouwd wordt met het oog op de effecten van de klimaatopwarming. Als er stakingen zijn, denkt geen betoger er nog maar aan zijn zaak in diskrediet te brengen door en public bier te drinken. Vakbonden hebben zelf aan de kar getrokken voor een langere loopbaan omdat onbetaalbare pensioenen geen enkele werknemer dient, werkgevers hebben ingezien dat dat enkel mogelijk is mits het juiste sociale vangnet dat rustpauzes in een loopbaan toelaat.

De staat (‘Stat’) geniet dan ook een uitstekende reputatie en wordt in Noorwegen bewust uitgespeeld als een baken van vertrouwen en kwaliteit - denk aan merknamen als Statoil en Statnett. Dat charisma heeft de Belgische overheid nog niet en geen marketeer die er aan zou denken een overheidsbedrijf Staatpost of Staatcom te noemen. De Noorse publieke dienstverlening is inderdaad uitstekend: bijna volledig digitaal, snel, en, vooral, klantvriendelijk. Voor Belgen zou ze misschien nogal streng en rigide overkomen, maar ergens bewijst dit ook dat het systeem niet kan worden gemanipuleerd en dus voor iedereen gelijk en bijgevolg eerlijk is.

Ik zei het al: op basis van mijn subjectieve kijk op de Noorse samenleving kan ik er perfect inkomen dat mensen zich hier gelukkig voelen en zich dat in enquêtes vertaalt. De toponderzoekers van de VN hebben echter ook de verschillen tussen de subjectieve geluksbeleving van landen trachten te verklaren aan de hand van 6 objectieve parameters: inkomen, levensverwachting in goede gezondheid, sociale steun, vertrouwen, vrijheid om eigen keuzes te maken en vrijgevigheid. Uit die regressieanalyse blijkt dat deze 3/4e van de verschillen tussen landen verklaren en dat de eerste 10 landen van de ranglijst bijzonder hoog scoren op elk van deze dimensies.

Maakt geld gelukkig?

Kwatongen zouden kunnen denken dat in de eerste plaats olie verantwoordelijk is voor de Noorse high. Het klopt dat het inkomen van de Noren met 70 000$ per persoon per jaar volgens het IMF bijzonder hoog is (26 000$ meer dan dat van de gemiddelde Belg). Nochtans zijn natuurlijke rijkdommen eerder een vloek dan een zegen voor vele landen, zoals uitvoerig aangetoond is in de wetenschappelijke literatuur. Economen stellen dan ook vaak dat Noorwegen een hoge levenskwaliteit bereikt ondanks haar olierijkdom, en niet dankzij. “Door te kiezen om haar olie traag te ontginnen, en de winsten te herinvesteren in de toekomst in plaats van hen uit te geven in het heden, is Noorwegen er in geslaagd zich te beschermen van de grillige economische en financiële cycli waar de meeste rijkdom-rijke landen het slachtoffer van zijn. Dat kan enkel door een hoge graad van wederzijds vertrouwen, gedeelde doelstellingen, vrijgevigheid en goed bestuur die eveneens doorslaggevend zijn om hun plaats in de geluksrangschikking te verklaren”, stellen de VN-economen.

De sociale fundamenten van een samenleving, zoals steun, vertrouwen, individuele vrijheid en vrijgevigheid zijn dus vele malen belangrijker dan het beschikbare inkomen. Zo berekenden de onderzoekers van het World Happiness rapport dat de gemiddelde levenskwaliteit op aarde er met 1,2 punten op vooruit zou gaan (op een schal van 10!) als alle landen het huidige wereldgemiddelde zouden halen op de ‘sociale steun’ parameter alleen! Voor de 3 armste landen ter wereld zou het gemiddelde inkomen per capita van 600$ moeten stijgen tot 10 000$ om hetzelfde gelukseffect te bekomen! Kapitaal maakt vooral gelukkig als het menselijk is, werd zo nog maar eens aangetoond.

Vuilbakken en nummerplaten

Ongetwijfeld zijn er goede historische en omgevingsfactoren die de sterke Noorse en Scandinavische sociale fundamenten helpen verklaren. Maar los daarvan komt een sterk sociaal weefsel met een maatschappelijk prijskaartje.

Het eerste devies is sociale controle en privacy. In een doorgaans op vertrouwen gebaseerd systeem gaan onbekenden niet nalaten duidelijk te maken wat van je verwacht wordt, en er op toezien dat je je taak ook naar behoren uitvoert. Belgen zouden gechoqueerd zijn door zoveel paternalisme van een buitenstaander, maar hier wordt dit niet per se als intrusief ervaren. Ook aan privacy moet men hier dus inboeten om die sociale controle mogelijk te maken. Toen mijn vrouw en ik op reis waren, vond de eigenaar van ons huis het normaal even een kijkje te komen nemen en in de vuilbakken te zitten “omdat hij iets verdachts geroken had”. Geen haar die er bij hem aan dacht dat onze privacy op die manier geschonden werd. Het is hier ook mogelijk iedereens inkomen en belastingaangifte online in te kijken, of via de nummerplaat de eigenaar van een auto op te snorren. Dat paternalisme manifesteert zich bijvoorbeeld nog in het alcoholbeleid. Allerlei regeltjes, zoals het verbod op alcoholverkoop op zon- en verkiezingsdagen, geven de indruk dat de overheid haar burgers ziet als een bende onverantwoordelijke tieners die in de pas gehouden moet worden.

Ten tweede verwacht de gemeenschap grotere persoonlijke opofferingen. Het beleid is er om te beginnen niet op gericht uitmuntendheid en succes te belonen of aan te moedigen en verwacht wordt dat mensen die het ondanks het systeem wel geworden zijn, bescheiden blijven. Want, als iemand succesvol is, zo gaat de achterliggende gedachte van de beruchte Scandinavische Janteloven filosofie, is dat in de eerste plaats dankzij de Gemeenschap en een dosis geluk, en niet omwille van individuele uitzonderlijkheid (die sowieso ten dienste van de Gemeenschap had moeten staan). Dat verklaart ook de hoge belastingen die de beoogde nivellering dienen te realiseren. Mede daarom is alles in Noorwegen notoir duur. Voor alles moet men bijbetalen. Uiteraard is er een circulatiebelasting, maar daarnaast moet u ook in de buidel tasten wanneer u een stadskern inrijdt, de autostrade gebruikt, en zelfs als klant gebruik wilt maken van de parking van de supermarkt. Of wat dacht u. Alleen zo, zeggen de Noren, slagen ze er in de hoge kwaliteit van de publieke dienstverlening te financieren.

Omwille van die hoge belastingen en sociale bijdragen missen de Noren echter heel wat (sociale) geneugten die wij Belgen wel gewoon zijn: geen ijsjesverkopers of terrasjes op het strand, amper restaurants die naam waardig, zelden een after-work met de collega’s. Daarnaast moeten 18-jarigen, zowel mannen als vrouwen, een leger of gemeenschapsdienst doen (een idee dat de vrijdaggroep onlangs overnam). Tijdens de regelmatige ‘dugnader’ wordt van de buurt verwacht dat ze zich belangeloos inzet voor een gemeenschapsproject dat kan gaan van een simpele opkuis van de straat, een schooltje van een nieuw likje verf voorzien tot in te staan voor een kleine skiheuvel met bijhorende lift.

Keuzes

De aandacht voor alternatieve welzijnsindicatoren zoals geluksbeleving en levenskwaliteit is zonder meer positief. Niet alleen leidt het de aandacht af van het reductionistische BBP, het laat ook toe te leren van andere bevolkingen welke omgevingsfactoren hen gelukkiger lijken te maken. In het geval van de laureaat van dit jaar, Noorwegen, lijken vooral sterke sociale en politieke structuren volgens de objectieve analyse van de VN een rol te spelen. Volgens mijn eigen uiterst subjectieve (geluks)beleving van de voorbije maanden spelen ook persoonlijk welzijn en de aandacht voor de natuur een belangrijke rol in de levenskwaliteit van de Noren.

België kan progressie blijven maken op de geluksranking, zeker door nog meer dan vandaag in te zetten op publieke dienstverlening en goed bestuur, maar we moeten goed beseffen dat we niet op alle vlakken vooruitgang zullen kunnen boeken zonder duidelijke en pijnlijke keuzes te maken. We moeten beseffen dat die keuzes soms maar op heel lange termijn effect zullen hebben. We moeten beseffen dat keuzes maken vaak aan een prijs komt die we als maatschappij soms wel en soms niet bereid zijn te betalen. Een sterk sociaal weefsel, bijvoorbeeld, gaat vaak ten koste van individuele vrijheid. Maar als er een constructief debat over kan plaatsvinden, boeken we als samenleving sowieso vooruitgang.

Geschreven door