Vrijdaggroep ruben degraeve

Tijd voor radicaal pacifisme

Ook pacifisten moeten niet naïef zijn over de noodzaak van bijkomende investeringen in defensie. Maar dan moet men een betere visie kunnen voorleggen om de extra miljarden te verantwoorden, vindt Ruben Degraeve van de Vrijdaggroep. Verschenen op 8 juli 2016 op knack.be

Gisteren trok premier Michel naar de NAVO-top in Warschau met in zijn zak een fiat van de regering voor een verhoging van ’s lands defensieuitgaven naar zo’n 9,2 miljard, oftewel 1,3% van het bbp.

Of men nu een voorstander is van het sterk leger of niet: het kan niet ontkend worden dat de Belgische defensie jarenlang is ondergefinancierd. Nochtans dient ons leger, met die beperkte middelen, al ruim een half jaar als laatste redmiddel om de ene na de andere crisis te bedwingen. Als de gemiddelde soldaat niet bezig is met een Brusselse straat te patrouilleren, wordt hij wel opgeroepen om de orde te handhaven bij één of andere cipiersstaking.

Dit terwijl defensie voor één van de grootste uitdagingen in de geschiedenis staat. Op 22 maart van dit jaar werd het duidelijk dat de meest tastbare en reële bedreiging, IS, doorgedrongen is tot binnen onze landsgrenzen. Experten zijn het eens dat alle beschikbare middelen prioritair moeten worden aangewend om terreuracties te voorspellen en te voorkomen.

Daarbij zijn de internationale samenwerkingsverbanden zoals het European Defence Agency en de NAVO zelden zo cruciaal geweest. België moet daar zijn – weliswaar bescheiden - bijdrage aan leveren. Onze defensie kan op zichzelf geen betekenisvol geheel vormen. Nooit breekt de dag aan dat Clinton eerst naar de Wetstraat belt wanneer Rusland haar vlag in Kaliningrad of Crimea plant.

De visienota van Defensie situeert de investeringen ruwweg op vier zogenaamde “capacitaire dimensies”: de landtroepen, de zeemacht, de luchtmacht en haar moderne broertje “cyber”. Als speerpunt wordt meteen naar voor geschoven dat België zal overgaan tot de aankoop van 34 nieuwe multi-inzetbare vliegtuigen. Prijskaartje: 3,5 miljard. Daarnaast wordt er ingezet op het contingent van elk van de vier dimensies.

Een vreemde keuze. Het alternatief, een resolute keuze voor cyber intelligence, heeft meerdere troeven. Eerste en vooral heeft een brede uitbouw van een eigen modern militaire inlichtingenapparaat ook als voordeel dat België minder afhankelijk wordt van buitenlandse expertise om risico’s te detecteren die impact hebben op ons grondgebied. Bovendien geeft dit de kans om in te zetten op een brede aanwerving van gekwalificeerd personeel. In de plaats beslist men om het personeelsbestand van het leger af te slanken naar 25.000 voltijdse eenheden, uitgestrooid over vier dimensies. Jobs, jobs, jobs?

Men kan deze investeringen in het domein van intelligence bovendien combineren met een versterking van het contingent elitesoldaten die inzetbaar zijn in missies die gericht zijn op conflictpreventie, wederopbouw of herstelmissies met de zogenaamde Special Operations Forces. België wordt internationaal gerenommeerd als zeer bekwaam in de peacekeeping missies waar ze aan deelneemt.

In de plaats van dat alles zoeken we 34 vliegtuigen, waarvan wellicht acht exemplaren met de modernste wapens en sensoren die op de halve seconde precies kunnen voorspellen wanneer de piloot zijn raket moet lanceren en wanneer zijn kousen in de was moeten. Op de vraag hoe die tuigen moeten bijdragen aan de veiligheid in ons land, of wat de link is tussen de inzet en het te bereiken doel, bieden de 144 pagina’s van de visietekst geen antwoord.

Met de beschreven strategie kiest België om haar schaarse middelen in te zetten op aanvalstuig en doet ons land lustig mee aan het subsidiëren van de oorlogsindustrie. Maar waarom? Mee met de globale wapenwedloop, omdat de moderne retoriek terug doet denken aan de Koude Oorlog?

De keuze voor conflictpreventie en military intelligence zou een krachtig statement zijn naar de grootmachten en de internationale hoofdkwartieren die hier gevestigd zijn. Met gerichte investeringen in de domeinen die focussen op de takken van defensie in de strikte zin van het woord, zou ons land een boodschap van radicaal pacifisme uitsturen. Als bonus zouden we ons écht kunnen toeleggen op de defensietaken waar we internationaal specialistenwerk verrichten. Ook ten bate van onze partners. Maar nu kiezen we niet en dat is de verkeerde keuze.

Premier Michel argumenteert dat de visienota “2030” er voor zorgt dat België weer een “loyale” en “betrouwbare” partner wordt van de NAVO. Maar niemand lijkt een kritische noot te maken bij die doelen op zich. Het is een holle uitleg die een diffuse keuze en een incoherente visie maskeert. Een plan zonder welomlijnd doel is een gok. Een hele dure gok in dit geval, één die u en ik zullen betalen.