Hoe het beheersen van de pandemie en de rechtsstaat met elkaar te rijmen zijn
Het recente wetsontwerp om de bevoegdheden van de regering in geval van een pandemie uit te breiden, wordt verre van unaniem onthaald. Toch lijkt het de beste manier om onze fundamentele vrijheden te vrijwaren en tegelijkertijd de rechtsstaat te eerbiedigen. Het wetsontwerp zou ons ook in staat stellen sneller en dus doeltreffender te reageren op toekomstige pandemieën, die onafwendbaar lijken.
Onze vrijheden met voeten getreden
24 december 2020, 23.34 uur. Een vreemd metalen insect vliegt door de nacht. Zijn thermische camera gaat aan, de verdachten worden meteen gespot. Geen twijfel mogelijk, er zijn vijf mensen in dit huis terwijl er normaal maar één persoon zou mogen zijn. De informatie wordt onmiddellijk doorgegeven aan de grondploeg. De grondploeg gaat meteen ter plaatse om de verdachten op heterdaad te betrappen.
Werd deze scène een jaar geleden geschreven, dan zou de lezer hierin het begin van een dystopie hebben gezien. En toch scheelde het afgelopen Kerstmis in België geen haar. Alleen al het feit dat dit voorstel op tafel lag, toont hoezeer onze individuele vrijheden, maar ook de rechtsstaat tijdens deze pandemie met voeten werden getreden.
Zoals een groep onderzoekers onlangs aankaartte, nam de controle op de overheid en de regels die ze invoerde af naarmate de controle op de burgers en de naleving van de regels toenam. Geen enkele maatregel ter bestrijding van de pandemie is namelijk onderwerp geweest van een parlementair debat. En al konden we dit een jaar geleden wijten aan het verrassingselement en de hoogdringendheid van de situatie, zijn deze zelfde argumenten niet langer geldig vandaag.
Met het pandemiewetsontwerp kunnen we voorkomen dat dit nog eens gebeurt. Het is essentieel voor onze democratie dat ze een duidelijk kader vastlegt voor wat kan of moet worden gedaan, en onder welke voorwaarden. Ze moet waken over een billijk evenwicht tussen inperkingen van onze vrijheden enerzijds en de volksgezondheid in de ruimste zin van het woord anderzijds. Dat er hierbij meer rekening wordt gehouden met de nevenschade van dergelijke maatregelen is essentieel.
Voorkom een nieuw bloedbad
Een pandemiewet beschermt niet alleen onze vrijheden, maar is ook een onmisbaar instrument om te voorkomen dat de volgende pandemie een even groot bloedbad aanricht.
De landen die het snelst ingrepen, kwamen met de minste kleerscheuren uit deze pandemie. Zo telt Singapore slechts 29 sterfgevallen sinds het begin van de pandemie, met een bevolking die half zo groot is als België, maar wel met een bevolkingsdichtheid die 20 keer groter is.
Singapore beschikt over een wettelijk kader om een epidemie aan te pakken: DORSCON (Disease Outbreak Response System Condition). Het alarmniveau werd al op 7 februari 2020 verhoogd, hoewel er toen nog maar 33 gevallen waren gedetecteerd en het eerste geval nog maar 2 weken eerder werd vastgesteld. Dit leidde automatisch tot een reeks maatregelen (beperking van bepaalde activiteiten, systematische temperatuurmeting ...) die de epidemie hielpen beperken. Die maatregelen gingen gepaard met andere maatregelen die de transmissieketens zo snel mogelijk moesten doorbreken.
Hoewel Singapore een vrij directieve staat is, heeft het zijn succes in de strijd tegen de pandemie niet te danken aan zijn bestuursvorm. Integendeel, het feit dat het land over een adequaat wettelijk kader beschikte, zorgde er dankzij de goede resultaten voor dat ze de vrijheden niet verder hoefden te beknotten.
Grijp de kans en ga het debat aan
Paradoxaal genoeg focussen de grootste critici van het wetsontwerp zich op de bescherming van onze vrijheden. Ze vrezen dat ze maatregelen steunen die de vrijheid permanent inperken en niet enkel wanneer de situatie daarom vraagt. Ze zijn voorstander van ad-hocmaatregelen die afhangen van de hoogdringendheid van de situatie. Maar juist wanneer er geen kader is, wanneer we met de natte vinger maatregelen nemen en ons laten leiden door de adrenalinestoot die de noodsituatie veroorzaakt, worden er buitenproportionele maatregelen genomen.
Deze verdedigers van onze vrijheden zouden beter oproepen tot een democratisch debat om ervoor te zorgen dat het juiste evenwicht wordt gevonden tussen beperkingen en de volksgezondheid. Als we weten dat er niet zoiets bestaat als een nulrisico, hoeveel risico zijn we dan bereid te nemen? Zijn we bereid veel vrijheid op te offeren om minder risico te lopen?
Dat is het nut van een parlementair debat. Het is de ideale gelegenheid om antwoorden te krijgen. Zonder open gesprek zijn we bij elke nieuwe pandemie gedwongen tot noodmaatregelen. Wie weet stopt het de volgende keer niet bij drones.