Elke burger CEO
Audrey Hanard is econoom en lid van de vrijdaggroep. Eveneens verschenen op knack.be van 11 augustus 2017.
Maak kennis met Jan. Hij oefent een politiek mandaat uit en werd verkozen op basis van een programma. Hij wordt betaald om dit uit te voeren. Daarvoor moet hij maatschappelijke problemen analyseren, belangengroepen ontmoeten en beslissen welke maatregelen vereist zijn. Jan laat zich bij de uitvoering van zijn werkzaamheden goed omringen: zo telt een Waalse minister gemiddeld 44 medewerkers en een Vlaamse minister 32. Laat me u nu Piet voorstellen, voltijds werknemer met stemplicht. Dit veronderstelt dat hij maatschappelijk relevante dossiers dient op te volgen. Het enige verschil met een politicus is dat Jacques dit na zijn werkuren moet klaarspelen en, uiteraard, onbezoldigd. In de huidige omstandigheden is deze veronderstelling vanzelfsprekend utopisch.
Het ontbreekt Jacques nochtans niet aan informatie. Hij wordt zowat bedolven onder de nieuwsberichten. De verdiensten van het internet staan op dit vlak buiten kijf: het aantal – vaak kosteloze – informatiebronnen is geëxplodeerd en veeleer anticonformistische media krijgen volop de kans om hun mening te ventileren. Al moeten we ons de vraag stellen of al die informatie even relevant is. Heel wat artikels die online beschikbaar zijn, zijn slechts een niet-geverifieerd verslagje van een persbericht, zonder enige duiding. Andere artikels mikken louter op sensatie. Wie is niet op de hoogte van Trumps recentste uithalen of de vestimentaire gewoonten van Brigitte Macron? Zelfs een burger die van goede wil is, komt in tijdsnood doordat hij permanent wordt bestookt met allerhande informatie. Dit zorgt voor een grote ongelijkheid tussen de informatie waarover burgers en politici beschikken, wat tot een aantal bekende symptomen leidt: onverschilligheid of zelfs een grondig wantrouwen van de bevolking ten aanzien van haar bestuurders.
En dan is er nog Julie. Zij is bedrijfsleider. Beslissingen nemen is haar vak en om dit snel en systematisch te kunnen doen, verslindt ze bergen informatie. Ze kan rekenen op de hulp van hooggekwalificeerde adviseurs die voor haar beknopte en weldoordachte briefings en scoreborden opstellen, wat haar taak een stuk makkelijker maakt.
Waarom geven we burgers niet dezelfde tools als deze die Julie gebruikt om beslissingen te kunnen nemen? Waarom vragen we niet aan Jan, onze politicus, om één opdracht beter binnen zijn takenpakket te integreren: de burgers zo bondig en helder mogelijk informeren over de maatschappelijke uitdagingen waaraan hij werkt? Nicolas Boileau zei het al: “Wat men goed begrijpt, kan men goed uitleggen. De woorden om het te zeggen, komen vanzelf.” Elke verkozene zou de plicht moeten hebben om het publiek systematisch beknopte en pertinente informatie over zijn dossiers te verschaffen (de ‘key facts’ zou Julie ze noemen) en om het publiek hierop feedback te laten geven. Onze politici hoeven geen technocraten te worden, we vragen hen alleen om hun politieke beslissingen en keuzes te verantwoorden.
Het zou goed zijn als politici zelf een transparanter bestuur zouden promoten en de burger zouden informeren over hun bestuursprioriteiten, hun tijdsbesteding (inclusief de gegevens van de belangengroepen die ze ontmoeten, zoals ons deontologisch charter voorschrijft) en over de agenda van de geplande vergaderingen van officiële instanties.
Elke politicus zou tot slot elke week 2 uur online bereikbaar moeten zijn, zodat elke gewone burger de kans krijgt om hem een vraag te stellen. Mark Zuckerberg, die ongetwijfeld een drukbezette agenda heeft, doet dit bijvoorbeeld voor zijn 16.000 werknemers.
Op deze zoektocht naar democratische vernieuwing is de technologie een geweldige bondgenoot. Nu al maakt de e-democratie het mogelijk om politici en burgers opnieuw in dialoog te laten gaan. Zo gebruikt de gemeente Etterbeek het Franse platform Fluicity dat burgers in staat stelt om hun bekommernissen aan de lokale verkozenen voor te leggen. Via platforms als Loomio en Democracy OS kan de burger prioriteiten en oplossingen suggereren of zelfs wetsvoorstellen bespreken en erover stemmen. Dankzij de blockchain-technologie kan een burger zich op een veilige manier identificeren, zodat eventuele misbruiken vermeden worden. Deze onlinesamenwerkingsmethode wordt niet alleen gekoesterd door de Piratenpartijen (zoals in IJsland en Brazilië), ook partijen als Podemos, de Green Party en de lokale besturen in Argentinië maken er gebruik van.
Kwaliteitsvolle informatie(stromen) van en naar de politiek is noodzakelijk, maar uiteraard niet voldoende voor een goed werkende democratie. De rol van tegenmachten zoals oppositiepartijen, media en belangengroepen worden er niet minder belangrijk door. Informatie die de politiek op een gecentraliseerde en kosteloze manier ter beschikking stelt, zou hun respons moeten voeden. Dit zou de kritische analyse van de diverse maatschappelijke projecten die onze politici voorstellen, zeker ten goede komen. Naast de tegenmachten zou ook een politicus zich in zekere zin tot een adviseur van de burger-CEO moeten ontpoppen.
Complex? Tot nu toe hebben we de technologische revolutie vooral de schuld gegeven van de massa onbelangrijke, gemanipuleerde of ronduit foutieve informatie waarmee we worden bestookt. Zij kan echter ook de drijvende kracht worden achter de verspreiding van gerichte en transparantere informatie die de burger in staat stelt om zich een mening te vormen over de samenleving die hij zelf wil en, vooral, om ervoor te zorgen dat die mening ook gehoor krijgt.