Image

Een diverse diplomatie voor een multipolaire wereld

Terwijl de wereld steeds meer multipolair wordt, is het cruciaal voor België om haar diplomatie diverser te maken. Hoewel er pogingen zijn geweest om het diplomatieke korps te vervrouwelijken, blijven andere vormen van diversiteit on(der)benut. Ariane Giraneza, covoorzitter van de Vrijdaggroep, belicht het belang van deze blinde vlek en biedt concrete beleidsaanbevelingen om die diversiteit te verzilveren.

België is een smeltkroes van culturen. Anno 2023 hebben minstens 1 op 5 Belgen een migratieachtergrond, waarvan meer dan de helft (52%) een afkomst hebben van buiten de EU-27 landen. Die diversiteit is niet alleen een feit, maar ook een troef. Onderzoek toont aan dat de inclusie van etnische minderheden in de diplomatie een breder scala aan ideeën en perspectieven biedt om tot creatieve diplomatieke oplossingen te komen. Verder zorgt het voor een betere interculturele dialoog door meer bewustzijn en kennis te creëren rond impliciete vooroordelen en historische narratieven. Zeker met het Belgische koloniale verleden in gedachten is dat belangrijk. Willen Westerse landen enige invloed behouden in een steeds minder eurocentrisch internationaal systeem, zullen ze moeten inzetten op het multi-etnische en multiculturele aspect van hun land.

In de Verenigde Staten is er al langer aandacht voor de inclusie van minderheden in hun diplomatieke diensten. De overheid is daar verplicht om gedetailleerde statistieken bij te houden over de samenstelling van hun diplomatiek personeel. Daarnaast zijn er specifieke programma's in het leven geroepen om talent uit minderheidsgroepen te identificeren en te begeleiden naar een carrière bij Buitenlandse Zaken. Zo wordt er systematisch gewerkt aan het creëren van een diverse toestroom van talent richting de Amerikaanse diplomatie.

Diversiteit is meer dan gender

Op de website van onze FOD Buitenlandse Zaken staat dat de administratie inclusie, gendergelijkheid en diversiteit hoog in het vaandel draagt. Iedereen met een diverse achtergrond wordt ‘aangemoedigd’ zich kandidaat te stellen. Maar om hier werkelijk stappen vooruit te zetten, is meer nodig dan aanmoedigingen. En dat begrijpt de Belgische overheid ook.

Al meer dan 20 jaar zijn er inspanningen geleverd om het diplomatiek korps te vervrouwelijken. In 2020 berichtte Knack (Knack.be) dat tussen 2010 en 2020 het aantal vrouwelijke diplomaten was gestegen van 23% naar 29%. Het aantal vrouwelijke ambassadeurs bleef echter steken op 11%. Voor belangrijke posten zoals Washington, Londen, Parijs of de EU is er zelfs nog nooit een vrouwelijke posthoofd geweest. Dit steekt schril af tegen buurland Nederland, waar in 2018 37% van de posthoofden vrouw waren. Toch is er hoop dat op termijn deze ongelijkheid wordt weggewerkt. Zo stelde toenmalig buitenlandminister Sophie Wilmès, nota bene de eerste vrouw die deze ministerpost bekleedde, een actieplan rond gender op. In de recentere lichtingen blijkt 40% van de diplomaat-stagiaires vrouw te zijn. Op zich al een stap in de goede richting, maar dit is slechts een deel van het diversiteitsplaatje.

Naast gender zijn er immers andere vormen van diversiteit, zoals etnische en culturele achtergrond, die nog steeds ondervertegenwoordigd zijn. Deze vormen van diversiteit zijn cruciaal voor de effectiviteit van ons diplomatiek apparaat in een steeds complexere wereld. Een breder scala aan achtergronden en perspectieven kan ons helpen om een meer genuanceerd en volledig begrip te krijgen van de globale uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd.

Noodzaak aan data

Terwijl we wel gedetailleerde statistieken hebben over de genderverdeling in onze diplomatie, varen we blind als het gaat om culturele en etnische diversiteit. Dit gebrek aan cijfers maakt het lastig om de huidige situatie objectief te evalueren en concrete beleidsaanbevelingen te doen.

Daarom roep ik onze beleidsmakers op om een diepgaand statistisch onderzoek te doen naar de diversiteit bij Buitenlandse Zaken. Dit om duidelijkheid te scheppen of minderheden in België wel hun weg vinden naar ons diplomatiek korps.

Cijferwerk alleen is echter niet genoeg. We hebben een stevige inspanning nodig die verder gaat. Dit betekent nauw wordt samenwerken met zowel scholen als verschillende middenveldorganisaties die de verschillende diaspora ’s in België vertegenwoordigen. Dit om een brug te slaan tussen de verschillende gemeenschappen en het diplomatieke veld.

Met een gerichte en langdurige inspanning kunnen we ervoor zorgen dat het gezicht van onze diplomatie in de komende 20 jaar een getrouwere afspiegeling is van de Belgische samenleving in al haar diversiteit. En dan kan België echt een rolmodel worden in het vormgeven van een inclusieve en effectieve diplomatie voor een multipolaire wereld.