Bescherming van Duitstalige Belgen kan als voorbeeld dienen voor de rest van Europa
In België bevindt zich een van de best beschermde minderheden ter wereld. De Duitstalige Gemeenschap telt 25 parlementsleden en 4 ministers voor 78.000 inwoners. Deze Gemeenschap breekt weliswaar geen records als kleinste vertegenwoordigde entiteit (zie daarvoor bijv. de Ålandseilanden met 7 ministers voor 30.000 inwoners), maar heeft wel opmerkelijke rechten. De Duitstalige Belgen oefenen namelijk autonoom alle gemeenschapsbevoegdheden uit. Na de inwerkingtreding van artikel 139 van de Grondwet, waardoor het Waals Gewest de uitoefening van bepaalde bevoegdheden aan de Duitstalige Gemeenschap kan overdragen, oefent deze nu bovendien de overgrote meerderheid van de gewestelijke bevoegdheden op haar grondgebied uit (werkgelegenheid, gezondheidspreventie, huisvesting, ruimtelijke ordening enz.).
Aan zo'n kleine minderheid zoveel rechten toekennen is zinvol. Met verhoudingsgewijs gelijke middelen als die welke aan de andere entiteiten zijn toegekend, heeft de Duitstalige regering immers herhaaldelijk bewezen in staat te zijn een efficiënt beleid te voeren en de begroting in evenwicht te houden.
Meertaligheid en alternerende opleiding, "Bürgerdialog" en andere concepten op maat zijn internationaal erkende goede praktijken. Bovendien brengt de aanwezigheid van een Duitstalige entiteit België dichter bij Duitstalig Europa. Zo neemt koning Filip sinds 2014 deel aan de informele top van Duitstalige landen. De Duitstalige Gemeenschap sloot 122 samenwerkingsovereenkomsten met partners in Duitsland, Oostenrijk, Luxemburg, Zwitserland en Zuid-Tirol die regelmatig van pas komen voor de Vlaamse en Franstalige medeburgers. Vooral in tijden van crisis zijn deze contacten en partnerschappen meer dan eens waardevol gebleken.
De Belgische staat beschermt zijn Duitstalige minderheid op voorbeeldige wijze en sluit zodoende aan bij de fundamentele waarden van de Europese Unie: de eerbiediging van de rechten van personen die tot minderheden behoren (artikel 2 VEU), net als de eerbiediging van de rijke verscheidenheid van cultuur en taal (artikel 3 VEU). Zo zal België tijdens het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in 2024 goed geplaatst zijn om te wijzen op het belang van de bescherming van minderheden in Europa, waar 40 tot 50 miljoen mensen tot een nationale minderheid of een minderheidstaalgemeenschap behoren. Helaas hebben ze niet allen het geluk vergelijkbare rechten te genieten als die van de Duitstalige Belgen.
Bij een hervorming van de Europese verdragen, zoals voorgesteld door voorzitter von der Leyen in haar State of the Union 2022, zou België de expliciete toekenning aan de EU van de bevoegdheid en verplichting om nationale en taalminderheden te beschermen kunnen verdedigen, waarbij de individuele verantwoordelijkheid van de lidstaten voor en na hun toetreding tot de Unie wordt bevestigd.
Voorts zal België de concrete voorstellen kunnen steunen van het burgerinitiatief ‘Minority SafePack’, dat door de Federalistische Unie van Europese etnische gemeenschappen wordt gepromoot en door meer dan 1,1 miljoen ondertekenaars in heel Europa wordt gesteund. Het in 2013 gelanceerde Minority SafePack heeft tot doel de bescherming van nationale en taalminderheden te verbeteren en de culturele en taalkundige diversiteit in de Unie te versterken. Ondanks de brede steun van de bevolking voor het initiatief en een gunstige resolutie van het Europees Parlement (17 december 2020) oordeelde de Commissie in januari 2021 dat "geen verdere rechtshandeling nodig was". Deze teleurstellende houding draagt niet bij tot een doeltreffende vooruitgang of tot het vertrouwen van de burgers in de instellingen.
België handelde constructiever en bevestigde in de loop van zes staatshervormingen dat het zijn Duitstalige minderheid binnen zijn eigen grondwet duurzaam wil beschermen. Als volwaardige ‘junior partner’ in de interfederale cenakels streeft de Duitstalige Gemeenschap er dagelijks naar nieuwe inzichten in te brengen, een concrete meerwaarde te bieden en constructief bij te dragen tot het "Belgisch compromis" dat tot over de grenzen van ons (kleine) land bekendheid geniet. In deze historisch moeilijke tijden voor ons continent bewijst België dus dagelijks dat elke schakel in de keten, hoe klein ook, kan bijdragen tot het genereren van innovatieve en creatieve oplossingen. Het lijdt geen twijfel dat Europa baat zal hebben bij een soortgelijke veerkrachtige en solidaire houding, waarbij alle interne krachten worden aangesproken om de huidige en toekomstige crises en uitdagingen het hoofd te bieden.