17.7: Europa’s 9.11? De lessen uit vlucht MH17 (De Standaard – 19/7/2014)
Jonathan Holslag is professor internationale betrekkingen aan de VUB en lid van De Vrijdaggroep. Hij schrijft deze bijdrage in eigen naam.
Europa’s nabuurschap wordt verzwolgen door een nieuwe anarchie, maar deze week haalde zij voor het eerst opnieuw genadeloos uit naar weerloze burgers uit Europa zelf. Het drama van vlucht MH17 dwingt ons enkele belangrijke lessen te trekken over onze veiligheid in de turbulente eenentwintigste eeuw.
Voor wie er nog aan twijfelt, de geopolitiek is terug van nooit weggeweest. Nu pas begint het echter te dagen dat de afstand tussen Kiev en Katwijk, zoals ik dat eerder in deze krant verwoordde, echt niet zo groot is. Alle Europese landen ertussen, opeengepakt in het kleine aanhangseltje van het gigantische Euraziatische continent, zijn voor hun veiligheid op elkaar aangewezen. Voor wie meent dat we ons een terugkeer naar een knikkerzak van botsende Europese ministaatjes kunnen veroorloven, komt de aanslag op vlucht MH17 als een pijnlijke confrontatie met die nieuwe realiteit.
Wellicht is de aanslag een ongeluk. Er circuleren immers beelden van een BUK-lanceerinstallatie zonder bijhorende mobiele radar en commandocentrale. Maar zo’n ongeluk was te voorzien als een geducht wapen in de handen valt van rebellen. En zelfs al zou het luchtafweergeschut gestolen zijn uit Oekraïense arsenalen en bemand door Oekraïnese overlopers, dan nog is het bijzonder onwaarschijnlijk dat zij werden ingezet zonder Russische toelating en steun. Dat betekent meteen dat de halfslachtige sancties van het Westen niet gewerkt hebben. Dit hoeft niet te verbazen als men aan de ene kant van de Atlantische Oceaan voluit wil gaan en de andere zijde verdeeld is en verknecht zit aan Russisch gas.
Als er ook maar enig verband wordt bevestigd tussen MH17 en het Kremlin, dan is dat, vergissing of niet, medeplichtigheid aan terrorisme. Poetin zal daarvoor moeten boeten.
Maar het gaat hier om meer dan Poetin. De crisis in Oekraïne was blijkbaar onvoldoende om de Europese lidstaten tot meer samenwerking in de energiesector te bewegen. Overleg in Brussel om de afhankelijkheid van Russisch gas terug te dringen, draaide op niets uit. In april nog garandeerde topman van Beurden aan Poetin dat de plannen van Shell in Rusland niet zullen worden opgeborgen. Bij BP klonk hetzelfde. Het Italiaanse ENI sloot in mei een nieuwe mega-deal met Gazprom en een maand later gaf Oostenrijk zijn fiat voor de controversiële Southstream pijpleiding van Gazprom. Het gaat dus ook om strategische kortzichtigheid en opportunisme bij onze leiders.
De kans is natuurlijk groot dat bij een aantal Europese leiders na de periode van opportunisme de periode van paniek aanbreekt en zich met hun allen achter de Verenigde Staten gaan scharen Rusland in het nauw te drijven – en wellicht dan ook in de armen van de Chinezen. Door alle aandacht af te wenden naar de despoot van het Kremlin, ontlopen we echter ook onze eigen verantwoordelijkheid. Europa heeft de voorbije jaren een machtsvacuüm langs haar hele buitengrens gecreëerd en het nagelaten om stevige partnerschappen met de regionale grootmachten te bouwen. We hebben als het ware een open uitnodiging verstrekt aan eenieder die machtsspelletjes wil spelen in onze achtertuin.
Enkel een krachtig nabuurschapsbeleid en een nieuwe Europese invloedssfeer kunnen ook de komende generaties Europeanen sparen van meer onveiligheid. Het fenomeen van zwaarbewapende rebellen blijft immers niet beperkt tot het oosten van Oekraïne. Het bulkt van de zware wapens in de Sahel. Na de val van Khadaffi zijn gewapende groepen gaan lopen met tientallen luchtdoelraketten, weliswaar met een korter bereik. Naar alle waarschijnlijkheid hebben ook rebellen in Syrië en Irak deze zogenoemde MAN-PAD’s in hun bezit. Er circuleren filmpjes op het internet van Jihadi met Igla-lanceerders die een hoogte van 4 kilometer kunnen halen. Dat is van een andere orde als de Russische BUK, maar toch voldoende om een stijgend of dalend lijnvliegtuig te kunnen treffen.
Het is overigens niet alleen de luchtvaart die bedreigd word. Andere raketten kunnen mits wat knutselwerk gemakkelijk worden ingezet tegen onze koopvaardij tussen de Rode Zee en de Straat van Gibraltar. Hezbollah beschikt bijvoorbeeld over de geduchte Chinese C-802 anti-schipraketten met een bereik van meer dan 200 kilometer.
De onzekerheid over de proliferatie van die tuigen in Europa’s nabuurschap is in zekere zin de prijs die we betalen van ondoordachte beslissingen in het verleden. Nog steeds echter blijven luchtdoel- en andere raketten toestromen, vooral vanuit Rusland, de Golfstaten en China. Bijna besliste Washington om luchtdoelraketten te leveren aan de opstandelingen in Syrië. Wellicht wordt het tijd dat in navolging van de strijd tegen nucleaire proliferatie of de verspreiding van landmijnen, Europa nu het voortouw neemt in de strijd tegen de tomeloze proliferatie van raketten. Een conventie over luchtdoelraketten is het minste wat we de slachtoffers van MH17 verplicht zijn.
Het mag misschien cynisch overkomen om dergelijke conclusies naar voren te schuiven terwijl in Oekraïne gezocht wordt naar slachtoffers, maar dit zou Europa’s 9.11 moeten zijn, een scharnierpunt in ons strategisch denken, maar een scharnierpunt dat naast vergelding vooral leidt tot meer inspanningen om de veiligheid van de 500 miljoen Europeanen in deze bijzonder rusteloze wereld te verzekeren.