Pexels bob price 252175 764880 1

Hoe loodst België haar bevolking door een crisis?

De wereldactualiteit voelt tegenwoordig als een kettingbotsing in slow motion. Oekraïne. Gaza. Geopolitieke spanningen wereldwijd. Extreem weer. Desinformatie. Het lijkt alsof de wereld permanent in crisis verkeert.

Crisis is van alle tijden. Wie, zoals ik, geboren werd in het gezegende jaar 2000, kreeg al heelwat voor de kiezen: de financiële crash in 2008, de aanslagen, covid, Oekraïne, noem maar op. Was het vroeger beter? Waren eerdere tijden stabieler? Ik betwijfel het. Stel dat ik geboren was in de jaren 30 van de vorige eeuw: mijn jeugd had er dan vast niet rustiger uitgezien. Maar dat de ervaring van permanente crisis ons collectieve gemoed onder druk zet, is op zich al een belangrijk inzicht.

Want laten we eerlijk zijn: het mentaal kapitaal van de natie staat er vandaag niet goed voor. Laat staan dat de Belgische bevolking voldoende veerkracht kan opbouwen voor wanneer er écht rampspoed uitbreekt. Volgens Sciensano vertoont bijna één op vijf volwassen Belgen vandaag symptomen van angst of depressie. Jongeren spannen de kroon: hun psychisch welzijn staat er het slechtst voor. En dan hebben we het nog niet over chronische stress, slapeloosheid of die diffuse verlamming die velen herkennen – de gedachte: "ik kan er toch niks aan veranderen." We noemen het mentale moeheid. Maar misschien is het iets anders: collectief veerkrachtverlies.

Laat me duidelijk zijn: veerkracht is niet hetzelfde als 'je niet aanstellen'. Het is geen karaktertrek, maar een capaciteit – en die capaciteit wordt gevormd of ondermijnd door beleid. Door de manier waarop we onze samenleving organiseren. Veerkracht bepaalt hoelang een land, een bevolking of een organisatie standhoudt in crisistijd. Maatschappelijke veerkracht is dus geen randfenomeen, maar een basisvoorwaarde anno 2025.

Er zijn een aantal werven die we dringend moeten aanpakken. Om te beginnen: het leren omgaan met tegenslag. Het huidige onderwijs leert kinderen steeds minder om te gaan met moeilijkheden. Kritiek moet vandaag omfloerst en zacht verpakt worden. Maar als kinderen op school al niet leren dat falen en feedback bij het leven horen, leggen we geen stevig fundament voor de echte wereld.

Daarnaast ontbreekt kennis over wat te doen wanneer een crisis uitbreekt. Andere landen doen dat beter. Zweden stuurt elke burger een handleiding 'als crisis of oorlog komt'. In Finland is mediawijsheid een schoolvak. Israël bouwde resilience centers die inwoners trainen in het omgaan met schokken. België onderneemt op dat vlak bitter weinig. Nochtans is een sterk kennisframework essentieel in crisissituaties. De CIA werkt met het IKE-model: Information, Knowledge en Experience. Wie wil standhouden in een complexe situatie, heeft nood aan juiste informatie, een stevig kenniskader én oefening. In België hebben burgers nauwelijks informatie, geen kader en al zeker geen training op noodscenario's.

Veerkracht ligt uiteraard niet enkel op individueel niveau, maar ook op collectief vlak. In tijden van crisis is performante crisisbesturing geen administratieve luxe, maar een existentiële noodzaak. Wanneer een staat helder communiceert, gecoördineerd optreedt en zichtbaar leiderschap toont, stijgt het vertrouwen van burgers – zelfs als de situatie onzeker blijft. Dat vertrouwen vertaalt zich rechtstreeks in psychologische stabiliteit.

Mensen verdragen onzekerheid beter als ze weten dat er een plan is, dat iemand de touwtjes in handen heeft, en dat ze erkend en betrokken worden.

In België ontbreekt die geruststellende structuur te vaak. Onze crisisrespons is versnipperd, complex en zelden ingeoefend. Dat ondermijnt niet alleen de effectiviteit van het beleid, maar ook het gemoed van de bevolking. In landen waar één gezicht het beleid uitdraagt, waar scenario's geoefend worden en crisissen collectief verwerkt, blijven burgers psychologisch rustiger en alerter. De les is duidelijk: een staat die voorbereid en transparant is, maakt haar bevolking niet alleen veiliger, maar ook mentaal sterker. Veerkracht wortelt in het vertrouwen dat het systeem je niet laat vallen als het erop aankomt.

De vraag is dus niet óf er nog crisissen zullen komen – dat staat vast. De echte vraag is: hoe zorgen we dat we er mentaal niet aan onderdoor gaan? De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de staat: een performant, voorbereid en mensgericht crisisbeleid creëert vertrouwen – en vertrouwen is de zuurstof van veerkracht. Maar ook onderwijs, media en zorg moeten weer investeren in wat niet onmiddellijk rendeert, maar cruciaal is als het stormt. Als we onze burgers blijven beschouwen als passieve toeschouwers in plaats van actieve deelnemers, verliezen we hun draagkracht nog voor de crisis goed en wel begonnen is. Veerkracht is geen kwestie van karakter, maar van collectieve keuze. België kan die keuze nog altijd maken. Maar dan moet ze nu komen.