Fridaygroup ga niet naar japan

Ga niet naar Japan!

Door Naïm Cordemans, econoom, docent aan de universiteit van Namen en lid van de Vrijdaggroep. Dit stuk is eveneens verschenen op vrijdag 24 maart 2017 op knack.be

Na enkele maanden in het land van de rijzende zon is terugkeren naar de realiteit van ons platte land niet vanzelfsprekend: in de luchthaven staken de bagageafhandelaars en onze koffers raken pas de volgende dag thuis; in het station ruiken de gangen verdacht, doen de roltrappen het niet en laat de bus op zich wachten; op straat speelt het vuilnis haasje over met hondenpoep en overal hangt een prikkelende dieselgeur.

Niks van dit alles in Japan? Helemaal niks. Toch is de archipel allesbehalve paradijselijk: Japanse werknemers durven vaak niet al hun wettelijke vakantiedagen opnemen en gaan niet naar huis voordat hun diensthoofd het bedrijf verlaat. In het Japans bestaat er een specifiek woord voor "dood door te veel te werken": karoshi. De Japanse samenleving heeft conformisme en sociale controle verheven tot deugden. Ze is competitief en onderscheidt zich door diepgeworteld machismo. Ter illustratie: in 2014 zetelden er maar 8% vrouwen in het parlement, tegenover 38% in België.

Laat ons duidelijk zijn: de Japanse maatschappij heeft haar voor- en keerzijde (van de medaille). De eilandengroep prijkt in de wereldwijde top 10 van landen met de hoogste zelfmoordcijfers en dat volstaat om elke poging tot idealisering te ontkrachten. Ondanks zijn gebreken en zwaktes is Japan in veel opzichten ook fascinerend en voorbeeldig. Laten we voor één keer verder kijken dan het afgezaagde nationale refrein van "traditie en moderniteit" en Japans meest inspirerende trekken onder de loep nemen. Japanse kwaliteiten die, bij je terugkeer op het oude continent, jouw ongenoegen aanscherpen en je doen dromen van een mentaliteitsverandering.

Uitmuntendheid

Behalve in geval van overmacht – een aardbeving of tyfoonalarm – is er absoluut geen enkele reden om te vrezen dat jouw metro niet rijdt, je krant niet in de bus zit, de supermarkt gesloten is, de verkeerslichten slecht afgesteld zijn, de lift op het werk het niet doet of je bestelling niet op de afgesproken datum geleverd wordt. In Japan doet het werkethos wonderen: alles functioneert er en de zeldzame uitzonderingen bevestigen gewoon de regel.

Alles is trouwens fantastisch georganiseerd. Voor alle bouwwerken in Tokio bijvoorbeeld – en die zijn er in overvloed in een miljoenenstad met 13,5 miljoen zielen – staan agenten in voor de veiligheid van voorbijgangers en voor een vlotte doorstroming van het verkeer in de buurt. Daardoor lijden de stad en haar inwoners nauwelijks onder de vele bouwwerven. Bovendien zijn de uitvoeringstermijnen er erg kort. Het duurde maar twee en een half jaar om Skytree te bouwen, de nieuwe wolkenkrabber van 634 meter (twee keer de Eiffeltoren) die boven Tokio uittorent. Ter vergelijking: de renovatie van het Flageyplein in Brussel duurde zes jaar. En dan hadden we het nog niet over het justitiepaleis.

Uitmuntendheid is in Japan de norm en dat lees je af aan het perfectionisme in artisanale en industriële activiteiten en aan de kwaliteit van de dienstverlening. "De klant is koning" is hier geen slogan, maar het stilzwijgende motto van elk merk in de publieke en de privésector. Het openbare vervoer is een lichtend voorbeeld: het is betrouwbaar, goed uitgebouwd, veilig, klokvast, comfortabel en schoon. Een voorbeeld van de aandacht voor details: in grote treinstations wisselen mannelijke en vrouwelijke omroepstemmen elkaar af om de informatie over verschillende perrons makkelijker te onderscheiden. In de trein krijgen reizigers informatie over de aansluitingen in elk station en wijzen conducteurs reizigers er vriendelijk op dat ze hun paraplu niet mogen vergeten op regendagen. Bij eventuele vertragingen biedt de conducteur systematisch zijn verontschuldigingen aan en krijgen reizigers aan de uitgang een briefje van de spoorwegmaatschappij voor hun werkgever. Het is daarom heel normaal dat de gegoede Japanse klasse ook de trein en de metro neemt.

Vertrouwen

Je diploma laten certificeren, is absoluut overbodig in Japan: niemand kan zich voorstellen of zal je ervan verdenken dat je het vervalst zou hebben. Je kunt trouwens op beide oren slapen in de metro: het risico dat een reiziger met slechte bedoelingen jouw laptop meeneemt, is ongeveer even groot als de kans dat je de lotto wint. Mocht je per ongeluk je portefeuille verliezen op straat, dan wordt die binnengebracht bij de politie in de loop van de dag. Zelfs de yakuza, de Japanse onderwereld waar afpersing en gedwongen prostitutie troef floreren, tolereert diefstal niet. Uit principe. De misdaadcijfers op de eilandengroep behoren tot de laagste ter wereld. In tegenstelling tot grote Europese en Amerikaanse steden is Tokio niet onveilig: je kunt er overdag en 's nachts overal rondwandelen zonder voor je leven te vrezen.

Vertrouwen en eerlijkheid zijn kostbare handelsmerken van de Japanse samenleving. Ze vloeien voort uit het onderwijs, de cultuur en ook de systemen en instellingen die de samenleving omkaderen. O wee, wie van het rechte pad afwijkt: de politie gaat streng om met "kleine delicten". Zo kun je tot 23 dagen opgesloten worden als de politie je verdenkt van fietsdiefstal of je betrapt met een "gevonden voorwerp" dat niet van jou is.

Respect

In maart 2011 gingen opmerkelijke beelden de wereld rond: ondanks de dubbele catastrofe die hen trof, bleven de Japanners kalm en stoïcijns. Geen plunderingen, geen paniek, zelfs geen gedrang. Alleen wachtrijen voor voedingswinkels. Vandaag de dag is het een cliché: Japanners leggen een onovertroffen burgerzin en discipline aan de dag. Hoe groot de menigte in de winkels en straten van Tokio ook is, alles verloopt vlotjes, rustig en verbijsterend hoffelijk.

Naast burgerzin geven mensen overal blijk van respect voor anderen, op allerlei manieren. Zo ga je in de rij staan om de trein of metro te nemen, sta je rechts op de roltrap, pas je je taalgebruik aan je gesprekspartner aan en doe je je schoenen uit als je bij iemand op bezoek gaat. Niet omdat de stad vuil zou zijn: je moet al heel erg je best doen om kauwgom, sigarettenpeuken of hondenpoep op de grond te vinden. Graffiti zie je hier evenmin. Goede manieren worden hier van jongs af aan aangeleerd: al in de kleuterschool leren ukjes dat regels dienen om nageleefd te worden en in de lagere school maken de kinderen zelf de leslokalen schoon. Het idee "mijn vrijheid eindigt waar die van een ander begint" weerklinkt luid in het land van de rijzende zon.

De aandacht voor de samenleving vertaalt zich in beleidslijnen die het algemeen belang dienen. Het mooiste voorbeeld is het krachtige beleid tegen dieselvoertuigen dat de autoriteiten in Tokio voeren sinds het eind van de jaren '90, omdat ze bezorgd zijn om de volksgezondheid. En de resultaten mogen er zijn: minder dan 1% van de verkochte wagens rijdt tegenwoordig op diesel in Japan en de luchtkwaliteit is gevoelig beter in Tokio dan in Brussel.

Sterke burgerzin

Japan staat bekend als economische, technologische en culturele wereldmacht. De natie is ook maatschappelijk groots: uitmuntendheid, vertrouwen en respect zijn er gemeengoed en versterken elkaar. Het Japanse model, dat berust op een grote homogeniteit en een sterke sociale cohesie, is onnavolgbaar. Het model kopiëren is niet wenselijk. Maar het kan wel dienen als inspiratiebron. Als we erin slagen om aan de individuele, Belgische creativiteit een stevige portie Japanse ethiek en burgerzin toe te voegen, dan evolueren we zonder twijfel naar meer kwaliteit in onze samenleving. Tot besluit: ben je een defaitist? Ga niet naar Japan, want België kan er alleen maar somberder uitzien bij je terugkeer. Ben je een wereldverbeteraar en zoek je inspiratie? Rep je dan!